Een recente studie door wetenschappers van UMC Utrecht wijst uit dat bepaalde bestaande geneesmiddelen mogelijk het risico op een hersenbloeding door een gebarsten hersenaneurysma kunnen verminderen. Hoewel deze bevindingen nog geen sluitend bewijs bieden, suggereren de resultaten een potentiële gunstige werking van deze medicijnen. De studie is onlangs gepubliceerd in medisch vaktijdschrift Neurology.
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 1.500 mensen getroffen door een subarachnoïdale bloeding (SAB). Dit type beroerte ontstaat door het scheuren van een aneurysma, een verzwakte plek in de wand van een hersenslagader, wat leidt tot bloedlekkage in de ruimte tussen de hersenen en de schedel. De gevolgen van een gebarsten aneurysma zijn vaak ernstig; ongeveer een derde van de patiënten overlijdt en een aanzienlijk deel van de overlevenden houdt blijvende hersenschade over.
De noodzaak voor preventieve maatregelen tegen SAB is dringend, gezien het relatief hoge voorkomen bij jongere mensen en de hogere sterfte vergeleken met andere soorten beroertes. Traditionele chirurgische interventies voor hersenaneurysma’s zijn vaak risicovol en kunnen resulteren in blijvende invaliditeit of zelfs overlijden. Het Utrechtse onderzoeksteam, onder leiding van Jos Kanning en hoogleraar Ynte Ruigrok, onderzocht daarom of medicijnen een veiliger alternatief kunnen bieden voor het voorkomen van een aneurysma-ruptuur.
In hun studie hebben de onderzoekers gegevens geanalyseerd van ongeveer 5.000 personen met een gebarsten hersenaneurysma en vergeleken met een controlegroep van bijna 44.000 personen zonder aneurysma. De focus lag op de medische dossiers om te identificeren welke medicijnen door deze personen werden gebruikt.
Uit de analyse bleek dat vier specifieke veelgebruikte medicijnen een verband vertoonden met een lagere kans op een gebarsten aneurysma:
De reductie in risico varieerde per medicijn. Lisinopril-gebruikers hadden een 37% lagere kans op een gebarsten aneurysma, simvastatine-gebruikers 22%, metformine-gebruikers 42% en tamsulosine-gebruikers zelfs 45%, vergeleken met degenen die deze medicijnen niet gebruikten. Deze bevindingen hielden stand na correctie voor bekende risicofactoren zoals hoge bloeddruk, roken, alcoholgebruik en andere gezondheidsproblemen.
Daarnaast identificeerde het onderzoek juist een mogelijk verhoogd risico op een gebarsten aneurysma bij het gebruik van andere medicijnen, waaronder warfarine (bloedverdunner), venlafaxine (antidepressivum), prochlorperazine (middel tegen psychoses en misselijkheid), en co-codamol (pijnstiller). Hoewel deze associaties wijzen op een verhoogd risico, blijft de absolute kans op een SAB relatief laag gezien de zeldzaamheid van deze aandoening.
Om de mechanismen achter deze verbanden beter te begrijpen, wordt vervolgonderzoek uitgevoerd, waarbij de focus ligt op lisinopril. Dit vervolgonderzoek richt zich specifiek op gebruikers met verhoogde bloeddruk, evenals de duur en dosering van het medicijngebruik. Deze nadere analyse moet meer inzicht bieden in de relatie tussen medicijngebruik en het risico op een gebarsten aneurysma, met als doel gerichtere preventiestrategieën te ontwikkelen.
Referentie