Het Zostavax-vaccin tegen het HSV-1 virus (‘Human Shingles Virus’) dat gordelroos veroorzaakt kan in verband worden gebracht met een 20% lager risico op dementie, zo blijkt uit een analyse van 300.000 gezondheidsdossiers. Mensen die met het vaccin ingeënt werden hadden een 3,5 procentpunt lagere kans op een nieuwe diagnose van dementie over 7 jaar (95% BI 0,6-7,1, p=0,019). Dit kwam overeen met een relatieve vermindering van 19,9% van het risico op dementie. Tot die conclusie kwamen Pascal Geldsetzer, MD, en zijn collega’s van Stanford University in de Verenigde Staten. Nota bene: de studie heeft niet gekeken naar het nieuwere en beduidend effectievere Shingrix-vaccin. De studie verscheen online op de website medRxiv, waar artikelen verschijnen die nog niet door vakgenoten zijn beoordeeld.
De studie is gebaseerd op data uit Wales. Daar gold de regel dat mensen die geboren waren voor 2 september 1933, het zoster-vaccin hun hele leven niet konden krijgen. Maar iedereen die op of na deze datum geboren was, kon de prik wel krijgen. Deze natuurlijke randomisatie maakte het mogelijk om een causaal in plaats van correlationeel effect te schatten, suggereerde Geldsetzer.
Verbanden tussen virusziekten en neurologische aandoeningen zijn wel vaker onderwerp van onderzoek. Zo stelde epidemioloog Alberto Ascherio, MD, van de Harvard T.H. Chan School of Public Health in Boston al vast dat er een verband is tussen het Epstein-Barr virus en multiple sclerose. Hij ziet in de studie uit Stanford verder bewijs dat infecties belangrijke risicofactoren kunnen zijn voor dementie en dat andere vaccins beschermende effecten kunnen hebben.
In verschillende onderzoeken zijn virussen in verband gebracht met dementie en andere neurodegeneratieve ziekten. Humaan herpesvirus 6A (HHV-6A) en humaan herpesvirus 7 (HHV-7) zijn gevonden in hersenbiopten van mensen die aan de ziekte van Alzheimer overleden zijn in niveaus die tot twee keer zo hoog zijn als bij niet-Alzheimer patiënten. En sommige onderzoekers hebben gesuggereerd dat HSV-1 in combinatie met een APOE4 gen het risico op Alzheimer aanzienlijk verhoogt.
Geldsetzer en collega’s keken naar 282.541 volwassenen in Wales, die geboren waren tussen 1 september 1925 en 31 augustus 1942, en die geregistreerd stonden bij een eerstelijns zorgverlener toen het zoster vaccinatieprogramma in Wales van start ging op 1 september 2013. Mensen die voor 1 september 2013 een diagnose dementie kregen, werden uitgesloten.
Mensen geboren tussen 2 september 1933 en 1 september 1934 kwamen in aanmerking voor het zoster-vaccin op 1 september 2013. Elk jaar werd het recht op het vaccin uitgebreid naar jongere leeftijdscohorten, gebaseerd op hun geboortedatum. Deze vereisten leidden tot een abrupte verschuiving in de vaccinatiegraad. Geboren worden één week na 2 september 1933 verhoogde de kans om ooit het zoster-vaccin te krijgen van 0,01% naar 47,2% (p<0,001).
In aanmerking komen voor het zoster-vaccin leidde tot een absolute afname van 1,3 procentpunt (95% CI 0,2-2,7, P=0,022) in de kans op een nieuwe diagnose van dementie tijdens een 7-jarige follow-up periode. Rekening houdend met het feit dat niet alle mensen die in aanmerking kwamen het vaccin ontvingen, stelden de onderzoekers vast dat het daadwerkelijk krijgen van de zosterprik de kans op een nieuwe diagnose van dementie met 3,5 procentpunt (95% BI 0,6-7,1, p=0,019) verminderde.
Omdat gordelroos vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen, en omdat de pathogenese van dementie per geslacht kan verschillen, keken de onderzoekers naar subgroepverschillen en ontdekten dat het effect van het vaccin op nieuwe diagnoses van dementie groter was bij vrouwen dan bij mannen. Het beschermende effect van het vaccin was significant sterker voor vrouwen dan mannen voor de ziekte van Alzheimer (p=0,018), maar niet voor vasculaire dementie (p=0,376).
Verdere gerandomiseerde onderzoeken zijn nodig om de bevindingen te bevestigen en meer details over de timing en frequentie van vaccins te ontdekken, aldus Geldsetzer en collega’s. Het onderzoek had bovendien verschillende beperkingen. De follow-up was beperkt tot een periode van maximaal 8 jaar. Gegevens van mensen in de leeftijd van 79 tot 80 jaar werden het zwaarst gewogen in regressieanalyses. Alleen Zostavax werd geëvalueerd in de studie; het nieuwere en veel effectievere Shingrix-vaccin kwam pas beschikbaar in september 2021.
Referentie