Onlangs is in de International Journal of Cancer de eerste prospectieve studie gepubliceerd waarbij wordt gekeken naar de associatie tussen de aanwezigheid van antilichamen tegen Toxoplasma gondii en het risico op het ontwikkelen van glioom.1 T. gondii is een veelvoorkomende eencellige parasiet die de veel geziene infectieziekte toxoplasmose veroorzaakt.2 De parasiet komt vooral voor in de ontlasting van (jonge) katten en in rauw of onvoldoende gaar vlees. Zowel mensen als vrijwel alle andere dieren kunnen besmet worden door T. gondii. Vaak blijft toxoplasmose onopgemerkt aangezien er weinig symptomen optreden of erg aspecifieke tekenen als lusteloosheid of vermoeidheid. Glioom aan de andere kant is een agressieve tumor die lastig te behandelen is en waarbij de levensverwachting bij diagnose vaak minder dan 15 maanden is.3
In het onderzoek van dr. James Hodge en collega’s werden twee cohorten opgenomen: het American Cancer Society Cancer Prevention Study-II Nutriotion Cohort (CPSII-NC) en het Noorweegse Cancer Registry’s Janus Serum Bank (Janus).1 Van deze deelnemers was een bloedsample afgenomen voor er wel/geen glioomdiagnose werd gesteld. Deze samples werden onderzocht op de aanwezigheid van antlichamen tegen twee antigenen (pss en sag-1) die op de oppervlakte van T. gondii voorkomen. De participant werd als seropositief gezien wanneer een van deze antilichamen werd aangetroffen.
De studie includeerde totaal 360 deelnemers die glioom ontwikkelden en 397 deelnemers die geen glioom ontwikkelden (controlegroep). Uit de conditioneel logistieke regressie bleek een toename in het glioomrisico bij de patiënten die met T. gondii geïnfecteerd waren geweest. In het Amerikaanse cohort werd een odds ratio (OR) van 2,70 gezien (95%-BI: 0,96-7,62) en in het Noorweegse cohort was OR 1,32 (95%-BI: 0,85-2,07). Het risico bleek voornamelijk verhoogd te zijn bij participanten met hoge antilichaamwaardes tegen sag-1 (CPSII-NC OR: 3,35 [95%-BI: 0,99-11,38] en Janus OR: 1,79 [95%-BI: 1,02-3,14]).
De onderzoekers concluderen hiermee dat er bewijs lijkt te zijn voor een associatie tussen het oplopen van een toxoplasmose-infectie en het ontwikkelen van glioom. Verder onderzoek met grotere patiëntaantallen wordt aanbevolen voor verdere conformatie.
Referenties