REM-slaap zorgt ervoor dat sociaal stressvolle herinneringen langer emoties op blijven roepen

juni 2024 Medisch onderzoek Chiara Uijtermerk

Slaap speelt een cruciale rol in de regulatie van emoties, maar de exacte mechanismen blijven grotendeels onbegrepen. Tot dusver hebben onderzoeken zich vooral gericht op het onthouden of beoordelen van emotionele beelden, en minder op de fysiologische reacties op emotionele prikkels. Dit heeft geleid tot overlappende definities van emotionele en declaratieve herinneringen, evenals inconsistente conclusies over de rol van REM-slaap (Rapid Eye Movement) en diepe slaap, of slow-wave sleep (SWS) in deze processen. Reden voor wetenschappers van de universiteit van Helsinki (Finland) om te onderzoeken wat de rol van slaapfasen in emotionele verwerking is en hoe slaap de affectieve aanpassing aan sociale stress en de retentie van neutrale declaratieve herinneringen beïnvloedt. De studie is onlangs gepubliceerd in vaktijdschrift eNeuro.

Uit eerder onderzoek was al naar voren gekomen dat θ-activiteit (4-8 Hz) die tijdens REM-slaap plaatsvindt, betrokken is bij de verwerking van emotionele herinneringen, maar de rol ervan in gewenning aan sociale stress is onbekend. De Finse onderzoekers, onder leiding van Anna-Katriina Pesonen, includeerden 29 deelnemers (gemiddelde leeftijd 25,8 jaar), die werden toegewezen aan condities waarbij REM-slaap of SWS werd onderdrukt, waardoor deze slaapfases niet meer intact waren.

Karaoke

De deelnemers werden in twee groepen verdeeld; één waarin SWS selectief werd verstoord, en één waarin REM-slaap werd verstoord. Om stressreacties bij deelnemers op te wekken, werd een sociaal stressvolle situatie gecreëerd. Daarbij moesten zij karaoke zingen zonder zichzelf te kunnen horen, om later naar fragmenten van hun opnamen zonder achtergrondmuziek te luisteren.

Door selectieve onderdrukking van slaapstadia en analyses van de verschillende hersengolven werden verscheidene stressreacties gemeten, zoals de fysiologische huidgeleidingsrespons en subjectieve stressreacties. De fysiologische stressreacties op de karaokefragmenten werden gemeten vóór de nacht waarin de slaapverstoring plaatsvond, na die nacht en ook nog eens drie dagen later.

Huidgeleidingsrespons

Een grotere toename van de huidgeleidingsrespons naar de stressor werd waargenomen na onderdrukte SWS (met intacte REM-slaap) in vergelijking met onderdrukte REM-slaap (20,1% versus 6,1%; p=0.016). De toename van huidgeleidingsrespons gedurende de nacht was positief geassocieerd met de geaccumuleerde θ-energie tijdens REM-slaap, ongeacht de conditie (r=0.601; p=0.002). Subjectieve beoordelingen van de emotionele respons en het terughalen van declaratieve herinneringen waren vergelijkbaar tussen de twee onderzoeksgroepen.

Deze bevindingen tonen aan dat de bijdragen van REM-slaap en SWS aan de gewenning aan sociale stress verschillend zijn. θ-activiteit tijdens REM-slaap lijkt de versterking van autonome emotionele reacties te ondersteunen. De versterking van declaratieve herinneringen lijkt daarentegen minder afhankelijk van intacte SWS ten opzichte van intacte REM-slaap. Dit suggereert dat het behoud van REM-slaap de emotionele lading van een stressvolle herinnering versterkt.

Nieuwe inzichten

Het onderzoek biedt nieuwe inzichten in hoe verschillende slaapstadia bijdragen aan emotionele regulatie en stressadaptatie. Het benadrukt de specifieke rol van REM-slaap en de bijbehorende θ-activiteit in de verwerking van emotionele stress. Dit kan bijdragen in  behandelingen van stress gerelateerde aandoeningen en het beter begrijpen van slaapstoornissen. Door verder te onderzoeken hoe slaapstadia verschillende aspecten van emotionele en geheugenprocessen beïnvloeden, kunnen gerichtere behandelingen ontwikkeld worden om stress en andere emotionele-regulatie stoornissen tegen te gaan en slaapstoornissen adequater aan te pakken.

Referentie

Halonen, R., Kuula, L., Selin, M., Suutari, A., Antila, M., & Pesonen, A. (2024). REM sleep preserves affective response to social stress – experimental study. eNeuro, 11(6), ENEURO.0453-23.2024. https://doi.org/10.1523/eneuro.0453-23.2024