Voor patiënten met therapieresistente epilepsie (‘drug-resistant epilepsy’, DRE) bestaat nog geen niet-invasieve behandeling. Bij dieren is al wel aangetoond dat gefocust ultrageluid hulp kan bieden bij het moduleren van neuronale activiteiten. Een studie van Thaise bodem onderzocht in een fase I-studie wat gefocust ultrageluid kan doen voor mensen met DRE.
Epilepsie wordt gekenmerkt door een aanhoudende prevalentie van epileptische aanvallen en door de neurobiologische, cognitieve, psychologische en sociale gevolgen van deze aandoening.1 Chirurgische ingrepen blijken patiënten met DRE betere resultaten te geven op het gebied van aanvalsvrije uitkomsten en kwaliteit van leven, maar zulke ingrepen brengen ook risico’s met zich mee.
Gefocust ultrageluid (‘focussed ultrasound’, FUS) kan op niet-invasieve wijze neuronale activiteiten moduleren over een breed spectrum van akoestische parameters. Dit is aangetoond in epilepsiemodellen bij dieren. Het lijkt dan ook een veelbelovende therapie voor DRE-patiënten zonder perioperatieve risico’s. De veiligheid en effectiviteit van FUS bij mensen met epilepsie waren echter nog niet goed vastgesteld. In een studie van Cheng-Chia Lee en collega’s werd een poging gedaan om de neuromodulerende effecten van FUS te onderzoeken bij DRE-patiënten die stereo-elektro-encefalografie (‘stereo-electroencephalography’, SEEG) ondergaan.
De primaire doelstellingen van deze open-label, ongecontroleerde fase I-studie waren het onderzoeken van de veiligheid van transcraniële FUS bij patiënten met DRE en het onderzoeken van de neuromodulatoire effecten op SEEG-opnamen.
Patiënten met DRE die SEEG ondergingen voor de lokalisatie van de aanvalsaanvangszone (‘seizure onset zone’, SOZ) werden in dit prospectieve onderzoek geïncludeerd. FUS werd toegediend aan de SOZ met behulp van een neuronavigatiegestuurd FUS-systeem. Simultane SEEG-opnamen werden verkregen tijdens de ultrasone behandeling en gedurende 3 dagen na de behandeling. Aanvallen, tussentijdse epileptische ontladingen en bijwerkingen na FUS werden gecontroleerd.
Zes patiënten voldeden aan de toelatingscriteria en voltooiden de FUS-behandeling. De mediane leeftijd van de zes patiënten in deze studie was 31,5 jaar (bereik: 26-42 jaar) op het moment van de FUS, met een mediane duur van de epilepsie van 12 jaar (bereik: 3-21 jaar). Vier van de zes patiënten waren man. Het mediane aantal gebruikte anti-epileptica was 5 (bereik: 3-5). De frequentie van de aanvallen varieerde van twee per maand tot drie per dag.
Bij twee patiënten werd een afname in de frequentie van aanvallen waargenomen binnen de 3-daagse follow-up. Eén patiënt vertoonde een toename in de frequentie van subklinische aanvallen. Een MRI-scan na de behandeling toonde hierbij echter geen laesies noch hersenoedeem. Significante veranderingen in spectraal vermogen van SEEG werden waargenomen bij de gerichte elektroden tijdens de FUS-behandeling. Eén patiënt meldde een subjectieve verhitting van de hoofdhuid tijdens de FUS-behandeling en één patiënt ontwikkelde een voorbijgaande stoornis in het benoemen en het geheugen, die binnen 3 weken na de FUS-behandeling opgelost was.
FUS kan veilig worden toegediend aan de SOZ van mensen met therapieresistente epilepsie, en resulteert in significante veranderingen in het spectraal vermogen van SEEG. Een grotere steekproef en aanvullend onderzoek naar optimale sonicatieparameters zullen nodig zijn om de neuromodulerende effecten van FUS duidelijk te maken wanneer het gebruikt wordt voor aanvalscontrole.
Referentie