Multiple sclerose (MS) is een chronische inflammatie van het centrale zenuwstelsel die leidt tot demyelinisatie en neurodegeneratie. Verschillende studies vonden aanwijzingen voor een pathogenese die wordt beïnvloed door zowel genetische predispositie als omgevingsfactoren.1,2 De afgelopen decennia werd een grote toename in de prevalentie van MS geobserveerd, voornamelijk bij vrouwen. Gezien de korte tijdsspanne waarin deze veranderingen zijn ontstaan, kan de toename in MS-gevallen niet alleen door genetische factoren worden verklaard. Daarnaast werd ook een grote toename in het aantal obesitaspatiënten gezien. Mogelijke verbanden tussen overgewicht en MS zijn al eerder gelegd; zo bleek er een verband te zijn tussen een verhoogd BMI in de jeugd en adolescentie en een verhoogde kans om MS te ontwikkelen.3,4
Daarnaast hebben ook verschillende studies obesitas in verband gebracht met ernstige immuungemedieerde aandoeningen zoals type 1-diabetes, inflammatoire darmziekten en MS.5 Obesitas induceert zelf dan ook een chronische laaggradige inflammatoire status in het lichaam, waarbij zowel aangeboren als adaptieve immuuncellen worden gepolariseerd en de normale secretie van adipokines (cytokines die vrijkomen uit lichaamsvet) wordt verstoord. De meest bekende adipokine is leptine, een hormoon dat belangrijk is bij de signalering van verzadiging, door anorexigene factoren te induceren en orexigene neuropeptides te inhiberen in de hypothalamus.6
Onderzoekers dr. Marridan en collega’s wilden de rol van leptine in de pathofysiologie van MS verder onderzoeken.7 Ze deden dit in een studie met 309 Argentijnse patiënten met refractaire/recidiverende MS (RRMS). Deze participanten werden op geslacht gematcht met 322 controledeelnemers. Alle deelnemers verschaften informatie over hun huidige gewicht en lengte (en daarmee BMI), alsmede een inschatting van hoe hun postuur er uit zag op de leeftijd van 15 en 20 jaar. In de MS-arm werden 57 obesitaspatiënten gezien en in de controle-arm 69. Bij 90 RRMS-patiënten die in remissie waren en 90 controlepatiënten werd het serum leptineniveau bepaald aan de hand van de ELISA-kit, tussen 8 en 10 uur ’s ochtends. Dit werd gedaan om mogelijke mechanismes waardoor obesitas aan MS-risico bijdraagt, te verhelderen. Ook werden verschillende hoeveelheden T-cellen gemeten.
Aan de hand van een multivariaat logistieke analyse werd de invloed bepaald van obesitas en overgewicht tijdens adolescentie of vroege volwassenheid op het risico om MS te ontwikkelen. Hieruit bleek dat deelnemers die op 15-jarige leeftijd overgewicht hadden, een significant verhoogd risico vertoonden om MS te ontwikkelen (odds ratio [OR]: 2,16; 95%-BI: 1,17-3,99; p=0,01). Daarnaast bleken deelnemers die als twintigjarige obese waren, een significant verhoogde kans te vertonen om MS te ontwikkelen (OR: 3,9; 95%-BI: 1,38-11,1; p=0,01).
Uit de serum leptinemetingen bleek daarnaast dat BMI een positieve correlatie vertoonde met het serum leptineniveau (r=0,88; p<0,0001) in zowel RRMS-patiënten als gezonde controles. Bovendien bleken serum leptineniveaus significant verhoogd in obese MS-patiënten (gemiddeld 37,44 ± 5,81 ng/ml) vergeleken met MS-deelnemers met overgewicht (21,82 ± 4,85 ng/ml, p<0,0001) en normaal gewicht (21,82 ± 4,85 ng/ml, p<0,0001). Het leptineniveau was ook hoger bij participanten met overgewicht vergeleken met normaal gewicht (p<0,01).
De onderzoekers observeerden daarnaast dat obese patiënten significant meer interleukine (IL)-2, -6, -17, IFN-y en TNF-alfa-producerende cellen aanmaakten dan MS-patiënten met overgewicht of normaal gewicht. Obesitas promootte hiermee dus pro-inflammatoire cytokineproductie. Een inverse correlatie tussen leptineniveaus en circulerende regulatoire T-cellen (Treg) werd verder gezien (r=-0,97; p<0,0001). Leptine bleek de proliferatie van Treg te inhiberen.
CONCLUSIE
Uit de studie van dr. Marrodan bleek dat het voorkomen van overgewicht of obesitas in de adolescentie of vroege volwassenheid het risico op ontwikkelen van MS significant vergroot. Daarnaast bleek er een significante correlatie te zijn tussen leptineniveaus in het bloedserum en BMI. Bij een hoog BMI werd er dus meer leptine aangetroffen en dit kan problematisch zijn, gezien de verdere bevinding dat hogere leptineniveaus waren gecorreleerd met lagere hoeveelheden regulatoire T-cellen. Deze Tregs zijn belangrijk voor het reguleren van afweerreacties van het lichaam. Ten slotte bleek ook uit de studie obese deelnemers meer pro-inflammatoire cytokines produceren. Met deze bevindingen is weer een stap verder gezet in het ontrafelen van de pathogenese van MS en de rol van obesitas hierbij.
Referenties
Lees ook meer over de rol van vitamine D, leptine en adiponectine bij het verband tussen BMI en MS in dit artikel.