Liberaal of restrictief transfusiebeleid bij ernstig zieke patiënten met traumatisch hersenletsel?

september 2024 Wetenschap Niels Elbert

Sneller overgaan tot een bloedtransfusie leidt in vergelijking met een restrictief transfusiebeleid niet tot een lager risico op ongunstige neurologische uitkomsten na 6 maanden bij ernstig zieke patiënten met traumatisch hersenletsel. Dit concluderen Alex Turgeon (Centre Hospitalier Universitaire de Québec-Université Laval, Canada) en collega-onderzoekers op basis van de resultaten van de HEMOTION-studie.

HEMOTION

HEMOTION was een pragmatische gerandomiseerde studie die is uitgevoerd in 34 ziekenhuizen in Canada, het VK, Frankrijk en Brazilië. Ernstig zieke volwassen patiënten die vanwege acuut matig tot ernstig traumatisch hersenletsel en anemie waren opgenomen op een IC-afdeling, werden gerandomiseerd tussen bloedtransfusies volgens een liberaal beleid (bij Hb-concentratie ≤10 g/dl [6,21 mmol/l]) of een restrictief beleid (bij Hb-concentratie ≤7 g/dl [4,34 mmol/l]). De primaire uitkomstmaat was een ongunstige neurologische uitkomst na 6 maanden, gebaseerd op de score op de ‘Glasgow Outcome Scale-Extended’.

Secundaire uitkomsten

Secundaire uitkomstmaten waren: mortaliteit, motorisch en cognitief functioneren (beoordeeld door observatie van de patiënt met de ‘Functional Independence Measure’ [FIM]), kwaliteit van leven (gemeten met de visueel analoge schaal van Euro-QoL en de EQ-5D-5L-vragenlijst) en depressie (gemeten met de QOLIBRI- en PHQ-9-vragenlijst) na 6 maanden. Ook de veiligheid van het transfusiebeleid werd beoordeeld.

In totaal werden 742 patiënten gerandomiseerd, van wie er 371 aan elke groep werden toegewezen. De analyse van de primaire uitkomst omvatte gegevens van 722 patiënten. De mediane Hb-concentratie was 10,8 g/dl (6,7 mmol/l) in de groep met een liberaal transfusiebeleid en 8,8 g/dl (5,5 mmol/l) in de groep met een restrictief transfusiebeleid. Er was sprake van een ongunstige neurologische uitkomst na 6 maanden bij 249 van de 364 patiënten (68,4%) in de groep met een liberaal transfusiebeleid tegenover 263 van de 358 patiënten (73,5%) in de groep met een restrictief transfusiebeleid (gecorrigeerd absoluut verschil [95%-BI]: 5,4 procentpunten [-2,9 tot 13,7]).

Kwaliteit van leven

De 6-maandenmortaliteit (26,8 vs. 26,3%; HR [95%-BI]: 1,01 [0,76-1,35]) en het risico op depressie (RR [95%-BI]: 0,85 [0,63-1,17]) verschilden niet tussen beide groepen. Onder de overlevers na 6 maanden was een liberaal transfusiebeleid gerelateerd aan hogere scores voor motorisch functioneren en kwaliteit van leven, maar de onderzoekers corrigeerden niet voor meervoudig toetsen. Veneuze trombo-embolische complicaties traden op bij 8,4% van de patiënten in beide groepen. Het ‘acute respiratory distress syndrome’ (ARDS) trad op bij respectievelijk 3,3 en 0,8% van de patiënten in de groep met een liberaal of restrictief transfusiebeleid.

Hoewel verschillende door de patiënt gerapporteerde uitkomsten wijzen op een mogelijk voordeel van een liberaal transfusiebeleid, merken de onderzoekers terecht op dat er geen harde conclusies getrokken kunnen worden. De trial was immers niet opgezet om de non-inferioriteit van een restrictief transfusiebeleid te beoordelen. Eventuele schade door dergelijk transfusiebeleid kan dus niet worden uitgesloten.

Referentie

Turgeon AF, Fergusson DA, Clayton L, et al; HEMOTION Trial Investigators on behalf of the Canadian Critical Care Trials Group, the Canadian Perioperative Anesthesia Clinical Trials Group, and the Canadian Traumatic Brain Injury Research Consortium. N Engl J Med 2024;391:722-35.