SAMENVATTING
In dit nummer van TNN bespreken Schoof en collega’s de rol van anti-CD20 monoklonale antilichamen bij de behandeling van een aantal neurologische indicaties, maar ook off-labeltoepassingen. Het merendeel van de neurologen kent deze preparaten vanwege de behandeling van multiple sclerose (MS) als meest prevalente neuro-inflammatoire aandoening in Nederland en België. We komen in de spreekkamer echter ook neurologische betrokkenheid tegen bij systeemaandoeningen die met rituximab worden behandeld, en zeldzame ziekten met off-labeltoepassing van rituximab, zoals auto-immuunencefalitis. Ook neuro-oncologen passen anti-CD20- therapie toe bij B-celmaligniteiten. Al met al is ‘anti-CD20’ één therapie voor een divers neurologisch palet, maar zeker geen eenheidsworst.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(7):285–6)