SAMENVATTING

Blaasklachten met een neurogene oorzaak kunnen ingedeeld worden op basis van het niveau van de laesie(s): suprapontiene laesies, spinale laesies (infrapontien en suprasacraal) en sacrale en perifere laesies. Daarnaast kan een indeling plaatsvinden op basis van het soort klachten. Klachten van de opslagfase kunnen bestaan uit ‘frequency’ (vaak plassen), nycturie (nachtelijke mictie), ‘urgency’ (plotselinge aandrang die niet kan worden uitgesteld) en urge-incontinentie (urineverlies bij aandrang) of stressincontinentie (urineverlies bij abdominale drukverhoging). Klachten van de mictiefase kunnen onder andere bestaan uit klachten van verminderde kracht van de mictiestraal, traag op gang komen van de mictie (hesitatie), lange mictieduur en nadruppelen. Voor klachten in de opslagfase zijn anticholinergica (bijvoorbeeld fesoterodine, oxybutynine, solifenacine, tolterodine) aanbevolen als eerste keuze. Bij onvoldoende effect kan laagdrempelig worden gewisseld naar of worden gecombineerd met een β3-agonist (mirabegron). Bij onvoldoende effect of bijwerkingen kan worden gekozen voor botulinetoxine-injecties in de blaaswand. Voor het verbeteren van de mictiefase bij mannen zijn α1-antagonisten (bijvoorbeeld alfuzosine, silodosine, tamsulosine) bewezen effectief, maar voor vrouwen is het bewijs van effectiviteit van α1-antagonisten beperkt en is het gebruik ‘off-label’. Bij onvoldoende effect van α1-antagonisten bij mannen kan een 5α-reductaseremmer (dutasteride, finasteride) worden toegevoegd bij prostaatvergroting. Fosfodiësterase type 5-remmers (tadalafil) hebben voornamelijk een plaats in de behandeling van erectiele disfunctie, maar er is bewijs dat klachten van de mictiefase hiermee kunnen verbeteren.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(4):149–55)