SAMENVATTING

Per jaar maken in Nederland ongeveer 340 kinderen en adolescenten een hartstilstand door buiten het ziekenhuis. Na een hartstilstand kunnen kinderen in een postanoxisch coma raken. Het is een grote uitdaging om bij deze kinderen in de vroege fase een betrouwbare uitspraak te doen over de uiteindelijke neurologische uitkomst. Een betrouwbare prognosestelling is zeer belangrijk voor zowel de ouders als het behandelend medisch team. Er bestaat geen richtlijn voor de prognosestelling bij kinderen in postanoxisch coma. Een groot deel van de overlevende kinderen zal blijvende neurologische schade houden. Bepaalde factoren rondom reanimatie zijn geassocieerd met de neurologische prognose. Neuromonitoring kan worden gebruikt om een slechte neurologische uitkomst te voorspellen. Afwezige pupilreacties of motorische respons bij klinisch onderzoek, enkele breinspecifieke plasmabiomarkers, een afwijkend elektro-encefalogram, afwijkingen op MRI van de hersenen en afwezige ‘somato sensory evoked potential’ zijn geassocieerd met een slechte neurologische uitkomst. Geen van deze onderzoeken is op zichzelf voldoende betrouwbaar en de bewijskracht in de literatuur is laag. Een multimodale benadering wordt geadviseerd. In dit artikel worden de uitdagingen rondom de neurologische prognosestelling beschreven en geïllustreerd aan de hand van 2 casussen. Gestandaardiseerde zorg met (internationaal) prospectief onderzoek moet leiden tot een richtlijn voor neurologische prognosestelling bij kinderen in postanoxisch coma na een hartstilstand.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(8):325–34)