Samenvatting
Het syndroom van Lemierre wordt gekenmerkt door infectieuze trombosering van de vena jugularis, al dan niet in combinatie met septische metastasen. De primaire infectie is meestal een tonsillitis of faryngitis. Hierbij kan secundaire uitbreiding optreden naar de laterale faryngeale ruimte, waarin zich de vena jugularis bevindt, maar ook de arteria carotis interna, de sympathische grensstreng en de vier onderste hersenzenuwen. Hoewel zeldzaam, kan dit leiden tot aantasting van deze structuren en daarnaast kan een opstijgende tromboflebitis tot intracraniële complicaties leiden. De verwekker is meestal Fusobacterium necrophorum, een anaerobe gramnegatieve staaf die als commensaal voorkomt in de mondholte. De behandeling bestaat uit langdurig antibiotica en chirurgische drainage als er sprake is van abcesvorming. Bij de antibioticakeuze moet er rekening mee worden gehouden dat Fusobacteria soms β-lactamase vormen. Behandeling van een vena jugularistrombose met antistolling is niet systematisch onderzocht. De prognose is bij tijdige start van geschikte antibiotica meestal goed.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:122-28)