Frisdranken, verpakt brood, koekjes, zoutjes, snoep, ijs, ontbijtgranen en bevroren maaltijden zijn voorbeelden van extreem bewerkt voedsel. Het eten van extreem bewerkte etenswaren, internationaal bekend als ‘ultra-processed foods’ (UPF), is gelinkt aan een hoger risico op cardiovasculaire aandoeningen, metabolische syndromen en obesitas. De resultaten van een nieuwe studie, gepubliceerd in JAMA Neurology, tonen nu aan dat de consumptie van extreem bewerkt voedsel ook kan bijdragen aan cognitieve achteruitgang.
De prospectieve studie werd uitgevoerd in meerdere onderzoekscentra tussen 2008 en 2017. De deelnemers waren ambtenaren met een leeftijd van 35-74 jaar uit 6 verschillende Braziliaanse steden. De consumptie van extreem bewerkt voedsel werd bepaald door middel van vragenlijsten. Mensen die dagelijks extreem veel of extreem weinig calorieën innamen (<600 kcal/dag of >6000 kcal/day) werden uitgesloten van de studie. Daarnaast was het gebruik van medicijnen die mogelijk invloed hebben op het cognitieve functioneren een exclusiecriterium. De dagelijkse consumptie van extreem bewerkt voedsel werd bepaald als percentage van de totale calorie-inname. De deelnemers werden verdeeld in kwartielen op basis van de percentuele calorie-inname uit UPF: (0-19,9%, 20,0-26,7%, 26,8-34,1%, en 34,2-72,7%). De belangrijkste uitkomstmaat was de verandering in het cognitieve functioneren. Dit werd gemeten met behulp van onmiddellijke en vertraagde woordherinnering, herkenning van woorden, fonemische en semantische verbale vaardigheden en de ‘Trail-Making Test B’ (verbinden van cijfers/letters tot patronen).
In totaal werden 10.775 deelnemers geselecteerd die voldeden aan de inclusiecriteria. De gemiddelde leeftijd bij de start van de studie was 52 jaar (standaarddeviatie: 8,9). Ongeveer de helft van de deelnemers was vrouw (55%) en de mediane follow-upduur was 8 jaar. De deelnemers die in het vierde kwartiel vielen, en dus de hoogste percentuele inname van UPF hadden, waren vaker jong, vrouw, wit, niet-rokers en hadden een hogere opleiding en inkomen.
Deelnemers die meer dan 19,9% van hun totale dagelijkse calorie-inname uit UPF haalden (kwartiel 2-4) hadden een 28% snellere cognitieve achteruitgang dan mensen die minder dan 19,9% (kwartiel 1) van hun dagelijkse energieconsumptie uit UPF haalden (β [95%-BI]: −0,004 [−0,006 – -0,001]; p=0,003). Bij de deelnemers uit kwartiel 2-4 werd een 25% snellere achteruitgang van executieve functies (fonemische en semantische verbale vaardigheden en de ‘Trail-Making Test’) waargenomen vergeleken met de deelnemers in kwartiel 1 (β [95%-BI]: −0,003 [−0,005 – 0,000]; p=0,01).
Deze resultaten tonen aan dat een relatief hogere calorie-inname uit ultra-bewerkt voedsel geassocieerd is met een snellere cognitieve achteruitgang bij volwassenen. De bevindingen ondersteunen gezondheidsadviezen om minder extreem bewerkt voedsel te consumeren.
REFERENTIE