Hoger sterftegevaar en zelfmoordrisico: Zweeds onderzoek onthult impact van hypochondrie

januari 2024 Wetenschap Willem van Altena

Hypochondrie, of ziektevreesstoornis, is een psychische aandoening waarbij mensen buitensporige angst voelen voor het hebben van ernstige ziekten, ondanks een gebrek aan medisch bewijs. De aandoening wordt vaak niet erg serieus genomen als psychische stoornis, maar dat lijkt onterecht. Een Zweedse studie laat zien dat hypochondrie in verband gebracht kan worden met een 84% hoger risico op overlijden, en een verviervoudigd risico op suïcide. Deze bevindingen benadrukken de noodzaak van uitgebreider klinisch onderzoek en behandeling van hypochondrie.

Ondergediagnosticeerd

In Zweden wordt vermoed dat hypochondrie sterk ondergediagnosticeerd is, met slechts ongeveer 4000 geregistreerde gevallen in twee decennia. David Mataix-Cols, PhD, van het Karolinska Institutet in Stockholm, Zweden, leidde het onderzoek dat online werd gepubliceerd JAMA Psychiatry. Hij en zijn team maakten gebruik van verschillende op de Zweedse bevolking gebaseerde registers om personen te identificeren die tussen januari 1997 en december 2020 de diagnose hypochondrie hadden gekregen. Elk individu gediagnosticeerd met hypochondrie (n = 4129; 2342 vrouwen; mediaan 34,5 jaar bij diagnose) werd op leeftijd en geslacht gematcht met 10 personen zonder de stoornis (n = 41.290).

Voor degenen die overleden tijdens de onderzoeksperiode werd de doodsoorzaak gecategoriseerd als natuurlijk (neoplasmata; ziekten van het zenuwstelsel, het circulatiesysteem of het ademhalingssysteem) of onnatuurlijk (voornamelijk zelfmoord). Onderzoekers matchten op leeftijd en geslacht 4129 individuen met hypochondrie met 41.290 individuen zonder hypochondrie.

Hoger risico op overlijden

Het bleek dat mensen met hypochondrie gedurende de onderzoeksperiode een 84% hoger risico op overlijden door alle oorzaken hadden dan degenen zonder de stoornis (gecorrigeerde hazard ratio [aHR], 1,84; 95% BI, 1,60-2,10), inclusief een hoger risico op zowel natuurlijke (aHR, 1,60; 95% BI, 1,38-1,85) als onnatuurlijke dood (aHR, 2,43; 95% BI, 1,61-3,68).

Het risico op zelfdoding – de meest voorkomende onnatuurlijke doodsoorzaak – was vier keer hoger bij mensen met hypochondrie (aHR, 4,14; 95% BI, 2,44-7,03). Bij analyses waarbij onderzoekers zich beperkten tot psychiatrische comorbiditeiten die waren vastgelegd vóór de eerste diagnose van hypochondrie, werd het zelfmoordrisico verminderd maar bleef statistisch significant.

Aanvullende stoornis

De meerderheid van individuen met hypochondrie kreeg minstens één aanvullende psychiatrische stoornis (voornamelijk angst- en stemmingsstoornissen) vergeleken met de groep zonder hypochondrie (86% vs. 20%, respectievelijk; P < .001).

Paradox

De Zweedse onderzoekers merken op dat er sprake lijkt te zijn van een paradox, waarbij individuen met hypochondrie daadwerkelijk een verhoogd risico op overlijden hebben ondanks hun vaak als irrationeel afgeschilderde angsten voor ziekte en dood. “In dit onderzoek konden de meeste sterfgevallen worden geclassificeerd als potentieel te voorkomen. Het negeren van de somatische symptomen van deze individuen als denkbeeldig kan ernstige gevolgen hebben,” schreven de auteurs.

Referentie

Mataix-Cols D, Isomura K, Sidorchuk A, et al. All-Cause and Cause-Specific Mortality Among Individuals With Hypochondriasis. JAMA Psychiatry. Published online December 13, 2023. doi:10.1001/jamapsychiatry.2023.4744