Op basis van onder meer tweelingstudies is bekend dat de erfelijkheid van migraine circa 40 procent bedraagt. Met de grootste studie tot op heden werden bijna 100 niet eerder bekende genetische varianten ontdekt die geassocieerd zijn met migraine. Onder deze nieuwe risico-loci bevonden zich ook genen coderend voor aangrijpingspunten van specifieke migrainemedicatie. Inzoomend op migrainetype bleken verschillende genvarianten specifiek gekoppeld aan enerzijds migraine met aura en anderzijds migraine zonder aura.
Heidi Hautakangas (University of Helsinki, Finland)
In 2016 werd middels een genoombrede associatiestudie met circa 60 duizend migrainepatiënten en ruim 300 duizend gezonde controles 38 risico-loci geïdentificeerd voor migraine. In alle associatiestudies tot nu toe werden 48 loci aangewezen die geassocieerd zijn met migraine. De betrokken genen komen vooral tot expressie in vasculair weefsel en glad spierweefsel.
Tijdens IHC werden de resultaten getoond van een associatiestudie waarin een vijftal cohorten werden geïncludeerd met mensen van met name Europese afkomst. Gezamenlijk betrof het in deze studie 102.084 migrainepatiënten en 771,257 controles. Om de erfelijkheidsgraad en genetische correlaties te schatten werd gebruik gemaakt van LDSC-software.
Er werden 123 risico-loci geïdentificeerd in deze analyse, waarvan er 86 niet eerder bekend waren. Het beeld dat migraine een neurovasculaire ziekte is, werd bevestigd door de vele genen die actief zijn in vasculaire en neuronale celtypen. Onder de nieuwe loci werden ook aangrijpingspunten aangetroffen voor diverse nieuwere migrainemiddelen zoals het calcitonine gen-gerelateerde peptide (CGRP) en het serotonine 1F-receptoreiwit (5-HT 1F).
Wanneer onderscheid werd gemaakt tussen migraine met en zonder aura werden, naast loci die gedeeld werden door beide ziektebeelden, diverse risicovarianten geïdentificeerd die specifiek waren voor een van beide migrainesubtypen. Voor migraine met aura bevonden die zich in HMOX2, CACNA1A en MPPED2. Voor migraine zonder aura bevonden de varianten zich nabij SPINK2 en FECH.
CONCLUSIE
In deze grootste genomische analyse van migrainepatiënten tot nu toe werd het aantal risico-loci uitgebreid met maar liefst 86. Het beeld dat migraine een neurovasculaire ziekte is werd versterkt door het expressiepatroon van de betrokken genen. Er werden tevens risico-allelen geïdentificeerd die specifiek waren voor migraine met dan wel zonder aura. Verder onderzoek richt zich op het vinden de genetische varianten die een actieve rol spelen bij de pathofysiologie van migraine.
Referentie
Hautakangas H, Slagsvold Winsvold B, Ruotsalainen SE, et al. Genome-wide analysis of 102,084 migraine cases identifies 123 risk loci and subtype-specific risk alleles. Gepresenteerd tijdens IHC 2021; abstract AL04.