
Acute trigeminusneuralgie is een zenuwaandoening die wordt gekarakteriseerd door hevige pijnaanvallen aan één kant van het aangezicht. Fosfenytoïne is een anticonvulsivum dat de natriumkanalen blokkeert, waardoor de abnormale frequentie van het ‘vuren’ van neuronen wordt onderdrukt.1 Tijdens AAN 2025 presenteerde dr. Shusaku Noro (West Virginia University Medicine, VS) de werkzaamheid en veiligheid van intraveneuze fosfenytoïne voor de behandeling van acute exacerbaties bij trigeminusneuralgie.2
Mensen met trigeminusneuralgie kunnen ondanks gebruik van eerstelijns orale behandelingen nog steeds last hebben van acute exacerbaties (aanvallen). Aangezien er momenteel geen bewezen effectieve, conservatieve behandelingen voorhanden zijn, wordt chirurgie vaak als enige oplossing gezien. In de fase III-studie IFT wordt voor het eerst het potentieel onderzocht van intraveneuze fosfenytoïnetherapie als niet-chirurgische benadering voor het verlichten van deze acute exacerbaties.
In deze multicentrische, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase III-studie werden patiënten met trigeminusneuralgie ≥18 jaar 1:1 gerandomiseerd tussen behandeling met fosfenytoïne (‘intravenous fosphenytoin’, IFT-groep) of placebo (placebogroep). De behandeling werd eenmaaldaags intraveneus geïnjecteerd gedurende maximaal 5 dagen. De initiële- en onderhoudsdosering waren respectievelijk 18 en 7,5 mg/kg. Pijn werd beoordeeld op een numerieke waarderingsschaal (‘numerical rating scale’, NRS). Inclusiecriteria waren een NRS-score ≥5 en een classificatie van klassieke of idiopathische trigeminusneuralgie volgens de 3e editie van de ‘International Classification of Headache Disorders’ (IDHC-3). De primaire uitkomstmaat was de verandering in de NRS-score ten opzichte van de aanvang van de studie tot 120 minuten na de eerste dosis. Secundaire uitkomstmaten waren de NRS-score na de behandeling en het aantal exacerbaties 2 uur na de behandeling tot aan de volgende ochtend.
Er werden 21 deelnemers geïncludeerd in de studie (n=11 in de IFT-groep, n=10 in de placebogroep) met een mediane leeftijd van 65,2 jaar. De verandering in de NRS-score was statistisch significant groter in de IFT-groep in vergelijking met de placebogroep (p=0,008). Het percentage patiënten met een vermindering in de NRS-score ≥50% was 90,9% in de IFT-groep en 40,0% in de placebogroep (p=0,04). Het aantal aanvallen tussen de initiële dosis en de onderhoudsdosis van de volgende dag nam significant af in de IFT-groep in vergelijking met de placebogroep. De ongewenste voorvallen (‘adverse events’) die bij ≥2 patiënten in de IFT-groep werden waargenomen waren lichte tot matige slaperigheid, een verlaagde bloeddruk en misselijkheid. De behandeling werd goed verdragen.
Uit de resultaten van de fase III-studie IFT is gebleken dat behandeling met intraveneuze fosfenytoïnetherapie bij acute exacerbaties van trigeminusneuralgie een snel pijnstillend effect heeft en goed verdraagbaar is. Dit maakt het een veelbelovende behandeling voor patiënten die moeite hebben met pijnbestrijding via orale medicatie in noodsituaties, evenals voor patiënten die wachten op andere therapieën zoals microvasculaire decompressie, ‘Gamma Knife’-radiochirurgie of zenuwblokbehandeling.
Referenties