Bij patiënten met een symptomatisch subacuut of chronisch subduraal hematoom resulteert embolisatie van de A. meningea media als aanvulling op chirurgie in een lager risico op een heroperatie en een vergelijkbaar risico op verslechtering van het neurologisch functioneren, vergeleken met alleen chirurgie. Dit concludeert Jason Davies (Jacobs School of Medicine and Biomedical Sciences, Buffalo, VS) namens de Amerikaanse onderzoeksgroep die de multicentrische, gerandomiseerde ‘open-label’-studie EMBOLISE heeft uitgevoerd.
In EMBOLISE werden patiënten van 18-90 jaar met een symptomatisch subacuut of chronisch subduraal hematoom gerandomiseerd tussen embolisatie van de A. meningea media plus chirurgie (interventiegroep) of alleen chirurgie (controlegroep). Zij moesten voldoen aan ten minste één van de volgende criteria: (a) neurologische symptomen (anders dan hoofdpijn, evenwichtsstoornissen en verwardheid); (b) focale motorische uitval die kan worden toegeschreven aan het hematoom; (c) een maximale dikte van het hematoom >15 mm; of (d) een verschuiving van de mediaanlijn ≥5 mm.
De primaire uitkomstmaat was de incidentie van een recidief of progressie van het hematoom leidend tot een heroperatie binnen 90 dagen na de indexbehandeling. De klinische secundaire uitkomstmaat was verslechtering van het neurologisch functioneren na 90 dagen, gedefinieerd als een score ≥3 op de gemodificeerde Rankin-schaal (mRS) na 90 dagen voor patiënten met een mRS-score <3 bij aanvang van de studie of als een ≥1 punten hogere mRS-score na 90 dagen voor patiënten met een score ≥3 bij aanvang van de studie.
In totaal namen 400 patiënten deel aan het onderzoek, van wie er 197 waren toegewezen aan de interventiegroep en 203 aan de controlegroep. Bij 136 van de 400 deelnemers (34,0%) vond de chirurgische ingreep plaats vóór de randomisatie. De incidentie van een recidief of progressie van het hematoom leidend tot een heroperatie binnen 90 dagen bedroeg 4,1% in de interventiegroep en 11,3% in de controlegroep (relatief risico [95%-BI]: 0,36 [0,11-0,80]; p=0,008). Verslechtering van het neurologisch functioneren trad op bij 11,9% van de patiënten in de interventiegroep, tegenover 9,8% van de patiënten in de controlegroep (risicoverschil [95%-BI]: 2,1 procentpunten [-4,8-8,9]). De 90-dagenmortaliteit was 5,1% in de interventiegroep en 3,0% in de controlegroep. Na 30 was bij 4 patiënten (2,0%) in de interventiegroep een ernstig ongewenst voorval gemeld dat gerelateerd was aan de embolisatie; na 180 dagen waren daar geen voorvallen bijgekomen.
Referentie