Een behandeling op maat van natalizumab bij patiënten met RRMS

oktober 2023 ECTRIMS 2023 Marleen Huijsmans
Alyssa Toorop

In eerder onderzoek is aangetoond dat de werkzaamheid van natalizumab met een doseringsinterval van vier weken vergelijkbaar is met een interval van zes weken. Toch krijgen sommige patiënten met ‘relapsing remitting’ multiple sclerose (RRMS) nog steeds hoge concentraties natalizumab toegediend. Tijdens MSMilan2023 presenteerde Alyssa Toorop (PhD kandidaat bij MS Center, Amsterdam UMC locatie VUmc) de uitkomsten van de Nederlandse NEXT-MS-studie naar een gepersonaliseerde aanpak bij het verlengen van het doseringsinterval van natalizumab.

Dosering met verlengde intervallen (‘extended interval dosing’, EID) is een opkomende behandelstrategie met verschillende voordelen, waaronder een lager risico op progressieve multifocale leuko-encefalopathie (‘progressive multifocal leukoencephalopathy’, PML). In de huidige studie is onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van gepersonaliseerde behandelschema’s van natalizumab op basis van de concentraties van het middel bij individuele patiënten.

Studieopzet

NEXT-MS is een prospectieve, nog lopende niet-gerandomiseerde studie die werd uitgevoerd in 21 Nederlandse ziekenhuizen. Volwassenen met RRMS die meer dan 6 opeenvolgende infusies met natalizumab zouden krijgen, werden geïncludeerd in de studie. De patiënten konden deelnemen aan één van de drie niet-gerandomiseerde groepen:

  • De EID10-groep kreeg een gepersonaliseerd behandelschema met als doel een dalconcentratie van 10 μg/ml natalizumab in het bloed te behouden;
  • De EID5-groep kreeg een gepersonaliseerd behandelschema met als doel een dalconcentratie van 5 μg/ml natalizumab in het bloed te behouden;
  • De SID-groep werd behandeld met het standaarddoseringsinterval van 4 weken.

Het doseringsinterval werd bepaald na twee metingen van de natalizumabconcentratie in het bloed. De primaire uitkomstmaat was de ziekteactiviteit op MRI (nieuwe/vergrote T2-lesies), waarbij de EID10-groep werd vergeleken met een historische populatie met een standaarddoseringsinterval (HSID-groep).

Resultaten

In totaal begonnen 376 deelnemers aan het NEXT-MS-onderzoek, waarvan 251 in de EID10-groep, 65 in de EID5-groep en 60 in de SID-groep. De mediane follow-upduur in alle groepen was 87 weken.

De ziekteactiviteit werd bepaald met behulp van MRI en was in de EID10-groep niet-inferieur aan de HSID-controlegroep: in de EID10-groep werd een incidentie van 10,0 nieuwe/vergrote T2-lesies per 1000 patiëntjaren waargenomen (95%-BI: 2,5-39,9). In de HSID-groep (n=87) was deze incidentie 24,7 per 1000 patiëntjaren (95%-BI: 11,8-59,9; incidentieverschil [95%-BI]: 14,7 [-4,5 tot 34,0]).

Daarnaast werd een lagere incidentie van relapsen waargenomen in de EID10-groep ten opzichte van het historische controlecohort (incidentieverschil [95%-BI]: 26,0 [9,6-42,3]/1.000 patiëntjaren). In de EID5-groep en SID-groep werden geen relapsen geregistreerd. De mate van invaliditeit bleef in alle groepen stabiel.

Conclusie

De uitkomsten van de NEXT-MS-studie tonen aan dat de inzet van een persoonlijk behandelschema met verlengde intervallen op basis van de concentratie van natalizumab in het bloed niet leidt tot een toename in radiologische of klinische ziekteactiviteit vergeleken met een standaarddoseringsinterval. Daarnaast bleek dat ook een lage dalconcentratie van 5 μg/ml waarschijnlijk even effectief is in het voorkomen van ziekteactiviteit.

Het onderzoek wordt ook in 2023 voortgezet met een aangepast onderzoeksprotocol (SUPERNEXT-studie), waarin een persoonlijk behandelschema wordt gestart vanaf een doseringsinterval van 6 weken met als doel een dalconcentratie van 5 µg/ml natalizumab in het bloed aan te houden bij alle studiedeelnemers.

Referentie

Toorop A, et al. Prospective trial of natalizumab personalized extended interval dosing by therapeutic drug monitoring in relapsing remitting multiple sclerosis (NEXT-MS). Gepresenteerd tijdens MSMilan2023; abstract O097/15.