TNN - 2021, nummer Special, juli 2021
drs. M. Groot
Leeftijd speelt een rol bij MS. De oudere patiënt kan niet op dezelfde manier worden behandeld als zijn jongere lotgenoot. Maar ook de MS zelf gedraagt zich anders bij patiënten op leeftijd. De oudere MS-patiënt heeft een zwakker immuunsysteem en een groter aantal comorbiditeiten. Waar moet de behandelend arts op letten?
Lees verderTNN - 2021, nummer Special, juli 2021
prof. dr. Kerstin Hellwig
Anna is 34 jaar. Enkele weken nadat Anna is getrouwd krijgt zij last van een neuritis optica aan het rechteroog, waarbij haar gezichtsscherpte enigszins is afgenomen tot 95 procent. Ze reageert goed op steroïden. Het MRI-beeld is kenmerkend voor (verdenking op) MS en daarnaast heeft ze oligoklonale banden in de liquor. Na het stellen van de diagnose MS in de zomer geeft Anna aan dat ze aan het eind van het jaar zwanger wil worden. Tijdens een webinar georganiseerd door Mylan Healthcare, a Viatris Company, presenteerde prof. dr. Kerstin Hellwig (Ruhruniversiteit, Bochum, Duitsland) de casus van Anna, en ging zij in op de aspecten die spelen rondom zwangerschap bij MS-patiënten.
Lees verderTNN - 2021, nummer Special, juli 2021
dr. J. Beekwilder
Communicatie tussen het centraal zenuwstelsel, darmstelsel en de microbiota daarin, gaat over de hersen-darm-as. Dit is een complex communicatienetwerk in twee richtingen tussen de hersenen en de darmen. Het gaat bij de hersen-darm-as over veel verschillende signaalroutes, zoals het autonome en enterische zenuwstelsel, het endocriene systeem, de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as, het immuunsysteem, en de microbiota en hun metabolieten. Hoewel er steeds meer bekend wordt over de hersen-darm-as, zijn er nog altijd tal van vragen onbeantwoord over de communicatie tussen darmen en hersenen, zowel in het geval van gezondheid als wanneer sprake is van ziekte.
Lees verderTNN - 2021, nummer Special, juli 2021
drs. M. Groot
Al in de jaren 80 van de vorige eeuw werden bij MS-patiënten post-mortem observaties gedaan van spontane myelinereparaties.1 Hierbij werden laesies gezien met dunne myelinelaagjes met een bleke kleur, beter bekend als ‘schaduwplaques’. Dit waren de eerste aanwijzingen van de mogelijkheid dat het myeline rond de axonen zich (deels) kon herstellen na plaatselijke beschadigingen tijdens het MS-ziekteverloop.
Lees verderTNN - 2021, nummer Special, juli 2021
dr. J. Beekwilder
De tijd dat er voor mensen met MS geen andere behandeloptie was dan injecties met interferon-bèta ligt ver achter ons. Inmiddels zijn de mogelijkheden voor behandeling van MS flink toegenomen. Middelen met een hogere effectiviteit, middelen waarbij de toediening veel minder frequent hoeft plaats te vinden en zelfs middelen die in de progressieve fase van MS kunnen worden ingezet. Betekent dit dat de rol van interferonbèta dan helemaal is uitgespeeld? Toch niet. Waar het voorheen de ziektemodulerende therapie voor alle MS-patiënten was, zijn het nu steeds meer specifieke subgroepen voor wie deze oudere middelen nog altijd een geschikte behandeling zijn.
Lees verderTNN - 2021, nummer Special, juli 2021
dr. J. Beekwilder
Auto-immuunziekten worden veroorzaakt door een ongewenste reactiviteit van het adaptieve immuunsysteem tegen zelf-antigenen. Hoewel een complex samenspel van genetische en omgevingsfactoren gezien kan worden als de directe oorzaak van de aandoeningen, zijn het afwijkende immuun- en inflammatoire responsen die verantwoordelijk zijn voor de start, progressie en chroniciteit ervan. Auto-reactieve T-cellen en auto-antilichaamproducerende B-cellen vormen de drivers in het lichaam. Daarnaast worden aangeboren effectorcellen, waaronder naturalkillercellen, aangetroffen in ontstoken weefsel en reguleren daar mogelijk immuundisfunctie en inflammatie.
Lees verderTNN - 2021, nummer Special, juli 2021
drs. D. Vrouwenvelder
Mensen met multiple sclerose kunnen worden behandeld met ziektemodificerende middelen om hun ziektelast en -progressie te onderdrukken. Deze therapieën zijn effectief, maar tasten wel het immuunsysteem aan, waardoor de capaciteit hiervan vermindert. Dit heeft gevolgen voor de antistofproductie na een COVID-19 besmetting of vaccinatie.
Lees verder