TNN - jaargang 117, nummer 2, juni 2016
dr. W.A. Moojen neurochirurg-epidemioloog
Het meest voorkomende ziektebeeld dat de neurochirurg behandelt, is intermitterende neurogene claudicatio als gevolg van een lumbale kanaalstenose. Patiënten hebben een beperkte loopafstand en uitstralende pijn in de benen, al dan niet met rugpijn, veroorzaakt door progressieve facet- en flavumhypertrofie.1 Studies hebben inmiddels onomstreden aangetoond dat een operatieve (benige) decompressie een beter klinisch resultaat oplevert dan een conservatieve behandeling.2,3
Het aantal spondylodese (‘fusie’)-operaties bij dit ziektebeeld is in de afgelopen decennia fors toegenomen; in de Verenigde Staten (VS) wordt bij 50% van de decompressies additioneel een spondylodese uitgevoerd.4 In de VS lijkt daarnaast een olisthesis (sagittale verplaatsing van de wervel ten opzichte van de omliggende wervels) een absolute indicatie voor spondylodese te zijn (96% van deze patiënten ondergaat een spondylodese).5
De auteurs onderzochten in een gerandomiseerde multicenterstudie of het toevoegen van een spondy lodese superieur is aan een decompressie zonder spondylodese. Zij includeerden patiënten met intermitterende neurogene claudicatioklachten en een met MRI bewezen lumbale kanaalstenose. Patiënten werden gerandomiseerd tussen behandeling met alleen decompressie en decompressie met spondylodese met stratificatie naar de aan- of afwezigheid van een olisthesis. Patiënten werden 2 jaar lang vervolgd met vragenlijsten, looptesten en een uitgebreid neurologisch onderzoek.
Twee jaar na randomisatie werd bij 213 geïncludeerde patiënten geen verschil gevonden in de klinische uitkomsten tussen de decompressiegroep en de spondylodesegroep. Het percentage patiënten dat een heroperatie nodig had (voor persisterende klachten) was vergelijkbaar hoog in beide groepen (21% in de decompressiegroep en 22% in de spondylodesegroep). Ook in geval van een olisthesis werd er geen klinisch verschil gevonden tussen de patiënten in de decompressiegroep en de spondylodesegroep. De kosten in de spondylodesegroep waren significant hoger.
BRON: A RANDOMIZED, CONTROLLED TRIAL OF FUSION SURGERY FOR LUMBAR SPINAL STENOSIS. FÖRSTH P, ÓLAFSSON G, CARLSSON T, ET AL. N ENGL J MED 2016;374:1413-23.
Lees verderTNN - jaargang 117, nummer 1, maart 2016
dr. V.I.H Kwa
BRON:LUITSE MJ, VELTHUIS BKM DAUWAN M, DANKBAAR JW, BIESSELS GJ, KAPPELLE LJ; ON BEHALF OF THE DUTCH ACUTE STROKE STUDY GROUP. RESIDUAL HIGH-GRADE STENOSIS AFTER RECANALIZATION OF EXTRACRANIAL CAROTID OCCLUSION IN ACUTE ISCHEMIC STROKE. STROKE 2015;46:12-5
Lees verderTNN - jaargang 115, nummer 4, december 2014
dr. mr. D.R. Buis , dr. D. Verbaan
TNN - jaargang 115, nummer 3, september 2014
dr. E.A.C. Beenakker
TNN - jaargang 115, nummer 2, juni 2014
dr. P.W. Wirtz
TNN - jaargang 115, nummer 1, maart 2014
P. Portegies
TNN - jaargang 114, nummer 4, december 2013
C.L.A.M. Vleggeert-Lankamp