TNN - jaargang 125, nummer 7, november 2024
drs. S.H.C. Olijslagers , drs. C.M.C. Lemmens , dr. G.J. Lycklama à Nijeholt , dr. B. Wokke
Myelopathie is een klinische diagnose met diverse mogelijke oorzaken. Het stellen van een juiste etiologische diagnose vormt voor de clinicus vaak een uitdaging. Essentieel in dit proces is een zorgvuldige (tractus)anamnese, neurologisch onderzoek en gerichte beeldvorming. Het klachtenbeloop varieert van hyperacuut tot chronisch. Snel progressieve en mogelijk behandelbare oorzaken, zoals compressie door een bloeding, degeneratieve afwijkingen of maligniteit, moeten eerst worden uitgesloten. Bij een subacuut of chronisch beloop kan op basis van demografische, klinische en radiologische kenmerken een differentiaaldiagnose worden gemaakt, waarbij vasculaire, inflammatoire, infectieuze, maligne, metabole en (in zeldzame gevallen) genetische oorzaken kunnen worden overwogen. In circa één derde van de gevallen wordt ondanks uitgebreide analyse geen duidelijke oorzaak gevonden van de myelopathie.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(7):312–20)
Lees verderTNN - jaargang 125, nummer 6, oktober 2024
M.J.J. Verhagen MSc, drs. M.L. Schoenmakers , drs. A.A.J. Ros , dr. K. Jellema
Acute duizeligheid komt frequent voor als klacht op de afdeling Spoedeisende Hulp en kent uiteenlopende oorzaken. Daarnaast bestaat er onduidelijkheid over wanneer welke diagnostiek het beste kan worden ingezet. Dit maakt het een uitdagend symptoom. Dit artikel beoogt een praktisch overzicht te geven met handvatten voor de anamnese, het neurologisch onderzoek en een aantal hierover bestaande misvattingen. Tevens wordt de laatste stand van zaken met betrekking tot de beschikbare diagnostische testen en hun plaats in de diagnostische work-up besproken.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(6):266-71)
Lees verderTNN - jaargang 125, nummer 3, mei 2024
drs. T.H. van Prooije , M. Schouten , dr. E.J. Kamsteeg , dr. M.J. Titulaer , dr. B.P.C. van de Warrenburg
Langzaam progressieve cerebellaire ataxie bij volwassen patiënten kent een brede differentiaaldiagnose met ook veel zeldzame oorzaken. Alhoewel er veel klinische heterogeniteit is, is er vooral ook veel overlap en zijn de verschillende oorzaken klinisch niet van elkaar te onderscheiden. Dit artikel beschrijft de diagnostische aanpak bij een langzaam progressieve cerebellaire ataxie. Gestructureerd en stapsgewijs aanvullend onderzoek is belangrijk om uiteindelijk een diagnose te stellen en behandelbare oorzaken niet te missen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(3):119–27)
Lees verderTNN - jaargang 125, nummer 2, maart 2024
dr. A.H. Hudepohl , dr. B. Jacobs , dr. B.W. Smits , drs. J.J. de Vries
Chronische duizeligheid is een veelvoorkomende klacht. Het kan een uitdaging zijn, vooral bij oudere patiënten, om de juiste diagnose te stellen. Een gestructureerde aanpak door middel van een zorgvuldige anamnese en nauwkeurig lichamelijk en neurologisch onderzoek is dan ook belangrijk. Hierbij dient aandacht te zijn voor zowel somatische als functionele oorzaken. Drie veelvoorkomende aandoeningen die chronische, deels aanvalsgewijze duizeligheidsklachten kunnen veroorzaken zijn benigne paroxysmale positieduizeligheid (BPPD), vestibulaire migraine (VM) en persisterende positionele perceptieduizeligheid (PPPD). De behandeling van deze aandoeningen omvat respectievelijk repositioneringsmanoeuvres bij BPPD, medicamenteuze migraineprofylaxe bij VM, en vestibulaire oefentherapie, cognitieve gedragstherapie en/of eventueel een laaggedoseerde serotonine- of noradrenaline-heropnameremmer bij PPPD.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(2):73–81)
Lees verderTNN - jaargang 125, nummer 1, februari 2024
dr. L. Meylaerts , prof. dr. L. De Catte , dr. M. Aertsen
Foetale MRI is uitgegroeid tot een standaard beeldvormingstechniek naast echografie voor de beoordeling van foetale neurologische afwijkingen. Het onderzoek bestaat voornamelijk uit T2-gewogen beeldvorming, maar ook andere sequenties (zoals diffusiegewogen sequenties) hebben hun plaats bij het onderzoek van het foetale centraal zenuwstelsel. MRI heeft de grootste waarde als aanvulling op neurosonografie uitgevoerd door een expert in het kader van congenitale infecties, ventriculomegalie, afwijkingen van de fossa posterior, neuralebuisdefecten of afwijkingen van het corpus callosum. De implementatie van meer geavanceerde technieken zal de impact van MRI op de prenatale diagnostiek en counseling nog verder beïnvloeden.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(1):32–40)
Lees verderTNN - jaargang 124, nummer 8, december 2023
Y.M. Ruigrok , dr. I.C. van der Schaaf , dr. M.D.I. Vergouwen
Bij patiënten met een ongeruptureerd intracranieel aneurysma kan worden besloten het aneurysma niet preventief endovasculair of neurochirurgisch te behandelen, maar in plaats daarvan radiologisch te vervolgen om eventuele aneurysmagroei te detecteren. Hierbij gaat de voorkeur uit naar follow-up met MRA-‘time of flight’, mits er geen contra-indicaties zijn voor MRI. Een recente Nederlandse kosteneffectiviteitsanalyse toonde aan dat bij patiënten bij wie het aneurysma voor de leeftijd van 65 jaar is ontdekt, jaarlijkse beeldvorming het meest kosteneffectief is. Jaarlijks scannen heeft echter een behoorlijke impact op de beschikbare middelen, en vooral bij kleine aneurysmata is het risico op groei laag. Vooralsnog lijkt het gerechtvaardigd om na enkele jaren van aneurysmastabiliteit de scanintervallen te verlengen naar bijvoorbeeld elke 2–3 jaar tot de leeftijd van 70–75 jaar, afhankelijk van de levensverwachting en comorbiditeit. Bij een groeiend aneurysma kan voor de inschatting van het ruptuurrisico gebruik worden gemaakt van de triple-S-score. Bij aneurysmagroei dient multidisciplinair overleg plaats te vinden waarin de voor- en nadelen van een preventieve aneurysmabehandeling tegen elkaar worden afgewogen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(8):359–66)
Lees verderTNN - jaargang 124, nummer 7, november 2023
S.E. Olie , S.L. Staal , dr. M.C. Brouwer
Neurologische infectieziekten hebben een brede differentiaaldiagnose, uiteenlopend van ziekten die vanzelf overgaan tot levensbedreigende aandoeningen, en het differentiëren tussen deze ziektebeelden kan een uitdaging zijn. Liquoronderzoek is hierbij essentieel, maar de conventionele liquorchemie is vaak onvoldoende om de oorzaak van een infectie te identificeren. Microbiologisch onderzoek in de liquor door middel van kweek en PCR is de hoeksteen van de diagnose van neurologische infecties, maar heeft een wisselende sensitiviteit en specificiteit. Innovatieve technieken zoals ‘metagenomic next-generation sequencing’ en ‘phage immunoprecipitation sequencing’ kunnen in de nabije toekomst mogelijk een oplossing bieden voor dit dilemma, maar de klinische toepasbaarheid is momenteel nog beperkt en de kosten zijn hoog.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(7):307–12)
Lees verder