Recent onderzoek door wetenschappers van het Massachusetts General Hospital (V.S.) laat zien dat er een verband is tussen atriumfibrilleren en fysieke activiteit. Met behulp van acceleratiemeters is vastgesteld dat regelmatige matige tot krachtige fysieke activiteit een verlagend effect kan hebben op het risico op atriumfibrillatie (hartritmestoornis). Dit zou een toekomst kunnen bieden voor een nieuwe generatie van diagnostiek, waarbij gebruik kan worden gemaakt van ‘slimme’ apparaten zoals smartwatches.
Uit eerder onderzoek was al bekend dat er een lager risico is op atriumfibrillatie bij dagelijkse fysieke inspanning. Deze studies waren echter niet geheel betrouwbaar, omdat ze afhankelijk waren van zelfrapportage door de deelnemers. Vergeleken daarmee zijn draagbare acceleratiemeters een objectievere manier om onderzoek te doen naar het verband tussen atriumfibrillatie en fysieke inspanning.
In het onderzoek droegen bijna 100.000 deelnemers voor zeven dagen lang een acceleratiemeter. Deze gegevens werden later vergeleken met latere diagnoses van atriumfibrillatie en beroertes van de deelnemers tussen de 55 en 70 jaar. De bevindingen bevestigden de aanbeveling van 150 minuten per week matige tot hoge fysieke activiteit door onder andere de Wereldgezondheidsorganisatie, de European Society of Cardiology en de American Heart Association. Bij het opvolgen van deze aanbeveling wordt het risico op atriumfibrillatie en daarmee het risico op een beroerte inderdaad verlaagd.
De studie benadrukte ook dat er door de grote groei van ‘slimme’ draagbare apparaten, zoals acceleratiemeters die vaak ingebouwd zitten in smartwatches, een mogelijkheid is om ze in de toekomst te koppelen aan ziektepreventieprogramma’s en de diagnostiek van atriumfibrillatie. De apparaten zouden mogelijk onregelmatigheden in het hartritme kunnen identificeren via fotoplethysmografie, een techniek die met sensoren op de huid veranderingen in de bloedstroom kan detecteren, of door gebruik te maken van elektrocardiografie. Door atriumfibrillatie vroegtijdig te identificeren via deze apparaten, zou het mogelijk kunnen zijn om professionele zorg te zoeken voordat er een beroerte plaatsvindt. Mogelijk zouden apparaten zoals fitbits of smartwatches deze taken over kunnen nemen, zodat deze functionaliteit toegankelijker wordt voor veel mensen.
Referentie