Een periode van onttrekking van alle pijnmedicatie is de standaard bij medicatie-overgebruikshoofdpijn. Is dat nog nodig nu er nieuwere profylactische middelen zijn voor migraine in de vorm van anti-CGRP monoklonale antilichamen, vroegen Italiaanse onderzoekers zich af. De resultaten van hun prospectieve studie zijn niet eenduidig, maar laten toch geen significant voordeel zien van onttrekking.
Davide Mascarella, MD
Medicatie-overgebruikshoofdpijn (MOH) is volgens de ICDH-3 criteria hoofdpijn die minimaal 15 dagen per maand aanwezig is bij een patiënt met een eerder bestaande primaire hoofdpijn, met overmatig gebruik van pijnmedicatie voor een periode van meer dan 3 maanden. Deze hoofdpijn is tevens niet goed te verklaren middels een andere diagnose. MOH is een veelvoorkomend probleem bij mensen met chronische migraine. De behandeling van MOH bestaat primair uit het onder begeleiding staken van alle hoofdpijnmedicatie. Dit kan leiden tot verergering van de hoofdpijn als onttrekkingsverschijnsel, die gemiddeld 1 tot 2 weken . Na onttrekking dient de primaire hoofdpijndiagnose te worden geherevalueerd en kan zo nodig gestart worden met profylaxe.
Is onttrekking nog wel nodig bij anti-CGRP-MAbs? Om de vraag te beantwoorden of bij profylaxe met anti-CGRP monoklonale antilichamen ook onttrekking nodig is, werden prospectief 39 patiënten gevolgd die zouden starten met erenumab of galcanezumab. Bij allen was sprake van minimaal 28 maandelijkse hoofdpijndagen (MHD). Bij 13 patiënten vond eerste detoxificatie plaats alvorens werd gestart met profylaxe, terwijl bij 26 werd gelijk gestart met profylaxe. Na 3 maanden was sprake van conversie naar episodische migraine bij 5 van de 13 patiënten (38%) in de detox-groep en 5 van de 26 patiënten (19%) in de geen-detox-groep (p=0,10). Het gemiddeld aantal MHD ging na 3 maanden naar 16,3 in de detox-groep en naar 22,3 in de geen-detox-groep (p=0,22). Deze resultaten wekten de suggestie dat een periode van onttrekking leidde tot betere klinische uitkomsten dan wanneer direct werd overgegaan op profylaxe, maar dat door een te klein sample geen statistische significantie werd bereikt. Om die reden werden een vervolgstudie opgezet tezamen met 2 andere Italiaanse hoofdpijncentra.
In totaal werden 111 patiënten met MOH gevolgd die met anti-CGRP profylaxe gingen starten. Daarvan begonnen 28 patiënten met een periode onttrekking van alle pijnmedicatie voorafgaand aan het starten met de profylactische behandeling. De overige 83 patiënten startten gelijk met de profylaxe. Voor aanvang waren er geen verschillen in de klinische kenmerken van deze twee groepen. De primaire uitkomst van de studie was conversie naar episodische migraine na 3 maanden. De resultaten in deze studie-uitbreiding waren echter anders dan in het eerste deel. Nu was er sprake van conversie bij 18 van de 28 patiënten (64%) die wel detoxificatie ondergingen en bij 47 van de 83 patiënten (57%) die direct waren gestart met erenumab of galcanezumab (p=0,47). Ook het aantal MHD was met respectievelijk 16,9 en 19,2 niet verschillend (p=0,97).
CONCLUSIE
De resultaten uit deze studies bevestigen volgens de onderzoekers dat anti-CGRP Mabs effectief kunnen zijn bij patiënten met medicatieovergebruikshoofdpijn, onafhankelijk van het detoxificatieprogramma. Voor definitieve conclusies zijn grotere gerandomiseerde klinische studies vereist. Mogelijk zijn dan ook subgroepen aan te wijzen die wel baat hebben bij een strategie waarbij gewacht wordt met de profylaxebehandeling totdat alle onttrekkingsverschijnselen van het staken van pijnmedicatie verdwenen zijn.
Referentie
Mascarella D, Matteo E, Asioli GM, et al. Chronic Migraine with Medication Overuse Headache: is detoxification still necessary in the era of new prophylaxes? Gepresenteerd tijdens IHC 2021; abstract AL046.