Fysieke activiteit, de grijze cellen aan het werk zetten, sociaal bezig blijven: allemaal dingen die ervoor kunnen zorgen dat cognitieve achteruitgang bij het ouder worden voorkomen wordt. Een nieuwe studie lijkt nu aan te tonen dat het zelfs nog gezonder is om meerdere van deze activiteiten te doen.
Onderzoekers uit Bazel (Zwitserland) bestudeerden 28 klinische studies die in totaal 2.711 mensen van 65 jaar en ouder omvatten die gediagnosticeerd waren met een matige cognitieve achteruitgang (mild cognitive impairment, MCI). Daarmee wordt een stadium aangeduid tussen normale hersenveroudering en dementie in. Kenmerken van MCI zijn problemen met het geheugen, het al of niet op bepaalde woorden komen, en met oordelend vermogen.
In al deze studies werden de hersenfuncties van twee groepen ouderen met MCI met elkaar vergeleken. Enerzijds ging het om ouderen die twee of drie keer per week twee fysieke of mentale oefeningen uitvoerden, anderzijds om ouderen die er slechts een uitvoerden. Onder fysieke activiteiten vielen dingen als krachttraining, balansoefeningen, tai chi en intervaltraining zoals spinning. Ook cognitieve oefeningen werden bestudeerd, zoals computerspellen die speciaal voor de hersenen ontwikkeld zijn, en lezen. Daarnaast werden ook sociale uitstapjes meegeteld. De mediane duur van elke interventie was 71 minuten, en de looptijd van de studies was gemiddeld 20 weken.
Het bleek dat in de meeste studies de ouderen die aan meerdere activiteiten deelnamen hoger scoorden in testen die zich richtten op verwerkingssnelheid, geheugen, aandacht en planning, en ook beter waren in geheugen- en taaltesten. De studieresultaten werden in mei gepubliceerd in vakblad JAMA Network Open.
Referentie