Van de Nederlandse bevolking geeft 14% aan wel eens last te hebben van migraine of ernstige hoofdpijn. Recente inzichten in de pathogenese van migrainehoofdpijn onderbouwen een neuronale hyperexcitabiliteit en ontsteking waarbij er verdrukking van de perifere craniofaciale zenuwen plaatsvindt. Deze triggerpoints kunnen door middel van een operatie worden geëlimineerd. In deze studie ligt de focus op minimaal invasieve chirurgische procedures voor de behandeling van hoofdpijn die ontstaat door chronische frontale migraine.
Gedurende de studie zijn in de periode van juni 2011 tot mei 2019 70 frontale migraine decompressieoperaties uitgevoerd van zowel de supratrochleaire als de supraorbitale zenuwen (65 bilateraal en 5 unilateraal) door middel van een endoscopische of transpalpebrale benadering. Bij 24 patiënten (34,2%) komt frontale migraine naar voren als een secundair triggerpunt na een primaire occipitale en/of temporale migraineoperatie.
Na een gemiddelde follow-up van 24 maanden rapporteerden 94% van de patiënten met frontale trigger site migraine een positief effect van de operatie (32% volledige verlichting en 62% significante verbetering); 6% zag geen verandering in hun symptomen.
Concluderend kan gesteld worden dat, op basis van dit onderzoek, de operatie van frontale migraine geen ernstige complicaties of bijwerkingen veroorzaakt. Chirurgische decompressie van supraorbitale en supratrochleaire zenuwen kan worden aanbevolen aan patiënten die lijden aan een matige tot ernstige chronische frontale migraine die niet reageren op conventionele therapie.
Referenties