Autosomaal dominante ziekte van Alzheimer (‘autosomal dominant Alzheimer’s disease’, ADAD) is zeer zeldzaam. Om die reden komen de artsen doorgaans weinig ADAD-patiënten tegen en kunnen zij moeilijk ervaring opdoen met deze vorm van AD. Om data over ADAD wijdverbreid toegankelijk te maken, heeft het Dominantly Inherited Alzheimer Netwerk (DIAN) de DIAN Observational Study (DIAN-OBS) opgezet. Daarin worden aan de hand van vaste protocollen, longitudinale gegevens verzameld van een groot cohort van personen met ADAD in hun familie.1
ADAD is verantwoordelijk voor ongeveer 0,01% van de gevallen van de ziekte van Alzheimer (AD).2 ADAD kan veroorzaakt worden door pathogene mutaties in drie verschillende genen: amyloïde-beta voorlopereiwit (APP), preseniline 1 (PSEN1) of preseniline 2 (PSEN2).3
Doordat deze mutaties autosomaal dominant zijn, lopen de kinderen van mensen met één van deze mutaties een kans van 50% op het ontwikkelen van AD. De aan ADAD onderliggende mutaties veroorzaken de ziekte door een verhoogde productie van amyloïde-beta en/of de productie van een isovorm van amyloïde-beta die makkelijker aggregeert.4 De amyloïde-aggregaatvorming die hieruit voortkomt, initieert de ontwikkeling van AD. De eerste symptomen van ADAD treden meestal op tussen het 30e en 50e levensjaar.5
Met behulp van de DIAN-OBS-studie hopen de onderzoekers de pathofysiologie van ADAD beter te kunnen begrijpen. De longitudinale opzet van de studie biedt daarvoor een aantal belangrijke voordelen. Allereerst biedt de relatief vroege leeftijd waarop ADAD zich ontwikkelt, de mogelijkheid tot het bestuderen van de AD-pathofysiologie zonder beeldvertroebeling door leeftijdsgerelateerde comorbiditeit. Klinische factoren en biomarkers kunnen op een directere wijze gecorreleerd worden aan pathologische kenmerken in afwezigheid van leeftijd als beïnvloedende factor. Daarnaast is bij ADAD al vroeg duidelijk wat de AD-symptomen veroorzaakt. Daardoor kunnen eenvoudiger verbanden gelegd worden tussen symptomen en onderliggende neurologische veranderingen die veroorzaakt worden door de betreffende mutatie. Tevens is de leeftijd waarop ADAD zich ontwikkelt sterk afhankelijk van de onderliggende mutatie, waardoor de aanvang van symptomen in sterke mate voorspelbaar is. Dit biedt de onderzoekers de mogelijkheid om al in een presymptomatisch stadium diverse klinische veranderingen te beoordelen. Ten slotte biedt de erfelijke aanleg van de aandoening de mogelijkheid tot inclusie van verwante controlepersonen zonder overerving van een pathogene mutatie.
Het DIAN-initiatief heeft neurologisch beeldvormingsmateriaal beschikbaar gesteld op https://dian.wustl.edu/our-research/for-investigators/dian-observational-study-investigator-resources/. De ADAD-dataset is uitgebreid gefenotypeerd en omvat ook gegevens van een groot aantal gezonde controledeelnemers. De huidige versie van de databank bevat gegevens van 534 deelnemers uit 205 families. Beeldvormingsdata van 216 deelnemers zonder een ADAD-mutatie, 214 asymptomatische deelnemers met een ADAD-mutatie en 104 symptomatische deelnemers met een ADAD-mutatie zijn beschikbaar.
Naast beeldvormingsgegevens (PET en MRI) zijn ook demografische informatie en gegevens over het cognitief functioneren van de deelnemers aan het begin van de studie beschikbaar. Op dit moment zijn PET-scans beschikbaar waarop FDG- en amyloïde-beta-opname zichtbaar zijn gemaakt, maar in een toekomstige versie van de databank zullen ook PET-beelden beschikbaar worden gemaakt waarop het tau-eiwit zichtbaar is.
Referenties