TNN - jaargang 125, nummer 6, oktober 2024
dr. A.A. Toorop , drs. L.M.Y. Gelissen , dr. T. Rispens , dr. J. Killestein , dr. Z.L.E. van Kempen
Natalizumab is een veelgebruikt medicijn voor de behandeling van multiple sclerose (MS). Aangezien MS een chronische aandoening is waarbij patiënten mogelijk gedurende tientallen jaren medicatie nodig hebben, is het optimaliseren en personaliseren van de behandeling een veelbelovende benadering. Een gepersonaliseerde behandeling kan het risico op bijwerkingen en complicaties verminderen en patiënten hoeven meestal minder vaak naar het ziekenhuis te komen, wat uiteindelijk kan leiden tot besparing van zorgkosten. De focus van het onderzoek naar een gepersonaliseerde behandeling met natalizumab ligt voornamelijk op het verlengen van het behandelinterval. In dit overzichtsartikel wordt deze manier van behandelen besproken, met een samenvatting van recente belangrijke studies, zoals de NEXT-MS en NOVA. We belichten de effectiviteit en veiligheid van een gepersonaliseerde aanpak en bieden inzichten in de therapeutische implicaties, mogelijke voordelen en richtlijnen van verlengde behandelintervallen voor natalizumab bij MS.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(6):256-61)
Lees verderTNN - jaargang 122, nummer 3, mei 2021
drs. F.C. Loonstra , dr. E. Hoitsma , dr. Z.L.E. van Kempen , dr. J. Killestein , dr. J.P. Mostert , MS-werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Begin 2020 zorgde de COVID-19-pandemie voor cruciale vragen en behandeldilemma’s bij multiple sclerose (MS), aangezien MS-patiënten door het gebruik van ziektemodulerende therapie (ZMT) tot een mogelijke risicogroep behoren. Verschillende cohorten hebben aangetoond dat de ernst van COVID-19 niet negatief beïnvloed lijkt te worden door ZMT’s, behoudens een mogelijk toegenomen risico op een ernstig beloop bij anti-CD20-therapieën. Voor inductietherapieën zoals alemtuzumab is nog onvoldoende informatie beschikbaar. Risicofactoren die zijn geassocieerd met een ernstig COVID-19-beloop bij MS zijn, net als in de algemene COVID-19-populatie: hoge leeftijd, mannelijk geslacht en comorbiditeit (onder meer obesitas). MS-specifieke risicofactoren zijn hoge invaliditeit, progressieve MS en recente (<1 maand) intraveneuze toediening van methylprednisolon. Op basis van de huidige data lijkt er geen relatie te zijn tussen ZMT-geïnduceerde lymfocytopenie en ernst van COVID-19. Momenteel lopen er meerdere onderzoeken naar immuniteit na een infectie met ‘severe acute respiratory syndrome coronavirus 2’ en na vaccinaties bij MS-patiënten die met ZMT’s worden behandeld.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(3):98-105)
Lees verderOm de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om informatie over het apparaat op te slaan en/of te openen. Toestemming voor deze technologieën stelt ons en onze partners in staat om persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site te verwerken en om gepersonaliseerde en niet-gepersonalisserde advertenties te tonen. Indien u geen toestemming geeft of deze intrekt, kan dit invloed hebben op bepaalde functies.
Klik hieronder om in te stemmen met het bovenstaande of om specifieke keuzes te maken. Uw keuzes zullen alleen worden toegepast op deze site. U kunt uw instellingen te allen tijde wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de knoppen op het Cookiebeleid of door te klikken op de knop 'Toestemming beheren' onderaan het scherm.