Articles

Ruimtehoofdpijn: neurovestibulaire adaptatie en microzwaartekracht

TNN - jaargang 125, nummer 8, december 2024

dr. W.P.J. van Oosterhout

SAMENVATTING

Ruimtehoofdpijn is een onder astronauten veelvoorkomende aandoening als gevolg van een verblijf in een situatie van microzwaartekracht. Adaptatie van neurovestibulaire mechanismen zorgt voor hoofdpijnen in de eerste dagen in de ruimte, veelal gecombineerd met misselijkheid en vertigo, in het kader van ruimtebewegingsziekte. Recent onderzoek liet zien dat hoofdpijnen ook veelvuldig voorkomen na deze periode van adaptatie, tot wel maandenlang. De klinische verschijnselen van deze hoofdpijnen en de bevindingen uit onderzoeken op aarde bij astronauten na hun ruimtereis en in gesimuleerde microzwaartekracht suggereren dat verhoging van de intracraniële druk het pathofysiologisch mechanisme is. In het kader van de toekomstige exploratie van de ruimte, waarvoor langdurige ruimtemissies nodig zijn, beschouwen ruimtevaartorganisaties zoals NASA de effecten van verhoging van de intracraniële druk als ‘top health risk for long-duration spaceflight’.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(8):331–8)

Lees verder

Geïsoleerde uitval van de nervus oculomotorius als eerste presentatie van een reuscelarteritis (arteriitis temporalis)

TNN - jaargang 123, nummer 4, june 2022

drs. M.J. de Mooij , dr. W.P.J. van Oosterhout

SAMENVATTING

Reuscelarteritis (RCA) of arteriitis temporalis is een vasculitis die wordt gekarakteriseerd door inflammatie van de grote en middelgrote vaten. Vaak gaat RCA gepaard met forse hoofdpijn. Typische klachten zijn haarkampijn en kaakclaudicatio. Neurologische uitvalsverschijnselen zijn een zeldzaam symptoom bij RCA. In dit artikel wordt een zeldzame casus beschreven van een patiënte met hoofdpijn en unilaterale uitval van de nervus oculomotorius bij RCA. Verder wordt ingegaan op de symptomen, diagnostiek en behandeling, en worden vergelijkbare casussen uit de literatuur gepresenteerd.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(4):174–9)

Lees verder

Klinische, systemische en lokale hersenveranderingen als uitlokkende factoren aan het begin van een migraineaanval

TNN - jaargang 122, nummer 5, september 2021

dr. W.P.J. van Oosterhout

SAMENVATTING

Op 30 september 2020 promoveerde Ron van Oosterhout aan de Universiteit Leiden op het proefschrift getiteld ‘The onset of the migraine attack’. Het onderzoek werd verricht onder leiding van prof. dr. M.D. Ferrari, dr. G.G. Schoonman en dr. M.C. Kruit. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen besproken.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(5):230-4)

Lees verder

Het harlekijnsyndroom bij een patiënt met clusterhoofdpijn: een casusbeschrijving en een overzicht van de literatuur

TNN - jaargang 121, nummer 2, april 2020

dr. W.P.J. van Oosterhout

SAMENVATTING

Het harlekijnteken of harlekijnsyndroom is een zeldzame, craniale, autonome aandoening die wordt gekarakteriseerd door een halfzijdige bleke gelaatskleur door gebrek aan blozen en transpiratie van het gelaat (en soms ook een arm) als reactie op hitte of inspanning. Het syndroom wordt veroorzaakt door een stoornis in het sympathisch zenuwstelsel. Meestal is de aandoening idiopathisch, alhoewel onderliggende structurele oorzaken dienen te worden uitgesloten. In dit artikel wordt een zeldzame casus beschreven van een patiënte met clusterhoofdpijn die het harlekijnsyndroom ontwikkelt. Verder biedt het artikel een overzicht van de relatie tussen primaire hoofdpijnen en het harlekijnsyndroom. Voorts wordt ingegaan op de anatomie, de diagnostische aanpak en de behandelmogelijkheden.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020:121(2):74–8)

Lees verder

Neurologische bijwerkingen van anti-PD-1-antilichaamtherapie

TNN - jaargang 119, nummer 5, oktober 2018

dr. W.P.J. van Oosterhout , A.M. Ruiter , dr. C.S.M. Straathof , dr. J.A.F. Koekkoek

SAMENVATTING

In dit artikel worden aan de hand van twee casus de kliniek, pathogenese, diagnostiek, differentiaaldiagnose, behandeling en prognose besproken van de immuungerelateerde neurologische bijwerkingen van checkpointremmers, zoals anti-PD-1- en anti- CTLA4-therapie, die worden toegepast bij de behandeling van gemetastaseerd melanoom, niet-kleincellig longcarcinoom en heldercellig niercelcarcinoom.

Neurologische neveneffecten van checkpointremmers zijn relatief zeldzaam, moeilijk te diagnosticeren en potentieel levensbedreigend. De bijwerkingen kunnen optreden tijdens of na de therapie. Aanvullende diagnostiek is voornamelijk gericht op het uitsluiten van andere oorzaken. De behandeling bestaat uit tijdelijk onderbreken of staken van de antitumortherapie in combinatie met starten van immuunmodulerende behandeling. Desondanks kunnen neurologische bijwerkingen fataal zijn, of herstellen ze met restverschijnselen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(5):164–71)

Lees verder

Primaire hoofdpijnsyndromen bij ouderen: epidemiologie, diagnostiek en behandeling

TNN - jaargang 116, nummer 4, december 2015

dr. W.P.J. van Oosterhout , C. Cheung , dr. J. Haan

Samenvatting

Alhoewel secundaire hoofdpijnvormen zoals hoofdpijn bij arteritis temporalis of een hersentumor vaker voorkomen bij de oudere populatie, komen primaire hoofdpijnsyndromen wel degelijk ook bij deze groep voor, echter minder vaak dan bij jongere patiënten. Het klinisch beeld bij de oudere patiënt kan verschillen van dat bij de jongere patiënt, waardoor de diagnose soms bemoeilijkt wordt. Sommige hoofdpijnsyndromen zoals hypnic headache worden juist vooral gezien bij ouderen. Medicamenteuze behandeling van hoofdpijn is wegens polyfarmacie en bijwerkingen in de oude leeftijdsgroepen slechts in beperkte mate en aangepaste vorm mogelijk. Daarnaast is wetenschappelijk bewijs voor een effectieve behandelstrategie bij ouderen over het algemeen niet voorhanden. In dit artikel worden de klinische karakteristieken van primaire hoofdpijnsyndromen bij ouderen besproken, met speciale aandacht voor behandeling en comorbiditeit.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2015;116(4):174-179)

Lees verder

Orolinguaal angio-oedeem na trombolyse bij een herseninfarct

TNN - jaargang 115, nummer 3, september 2014

dr. W.P.J. van Oosterhout , dr. H. de Groot , D.J. Kamphuis

Samenvatting

Intraveneus toegediend recombinant tissue plasminogen activator is een effectieve en relatief veilige behandeloptie bij het acute herseninfarct. Orolinguaal angio-oedeem is een potentieel levensbedreigende complicatie die optreedt bij ongeveer 5% van de patiënten. Patiënten die tevens ‘angiotensin-converting enzyme’ -remmers gebruiken, hebben een verhoogd risico op angio-oedeem. In het voorliggende artikel wordt de casus beschreven van een 65-jarige vrouw met dysartrie en een milde linkszijdige hemiparese die bij een acuut herseninfarct werd behandeld met recombinant tissue plasminogen activator. Binnen twee uur na de behandeling ontstond angio-oedeem van de linkerzijde van de tong, zonder zwelling van de lippen of farynx. Patiënte werd behandeld met dexamethason en tavegyl, waarop de symptomen verdwenen binnen tien uur. Orolinguaal angio-oedeem is een potentieel levensbedreigende complicatie van recombinant tissue plasminogen activator, die in korte tijd ernstige symptomen kan geven. Intubatie, cricotomie of tracheostomie is geïndiceerd bij zwelling van de farynx en wanneer een bedreigde ademweg ontstaat. Wanneer de zwelling zich beperkt tot de tong en lippen, lijkt medicamenteuze therapie voldoende effectief.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2014;115:171-75)

Lees verder