TNN - jaargang 117, nummer 3, september 2016
dr. W.C.T.M. Pijpers neuroloog
In deze studie werd de relatie tussen cognitief functioneren en de mate van obstructieve-slaapapneu (OSA) onderzocht bij patiënten met multiple sclerose (MS). In het MS-centrum van de Universiteit van Michigan werden in de periode tussen augustus 2013 en december 2014 MS-patiënten die tijdens een reguliere afspraak vragen hadden over hun slaap of cognitie, doorverwezen naar de onderzoekers. Uiteindelijk ondergingen 38 patiënten met de diagnose MS voor MS specifieke cognitieve testen (Minimal Assessment of Cognitive Function in MS; MACFIMS) en een klinische polysomnografie (PSG) gedurende 1 nacht. Het merendeel van de patiënten had relapsing-remitting MS (65,8%). Op het moment van deelname kreeg de helft van hen een ziektemodificerende behandeling. Er werd gecorrigeerd voor leeftijd, opleidingsniveau en depressie.
De resultaten laten zien dat bij patiënten met MS OSA en slaapverstoringen (gedefinieerd aan de hand van polysomnografische bevindingen) significant geassocieerd zijn met verminderde executieve functies, aandacht en afgenomen verwerkingssnelheid, visueel, verbaal en werkgeheugen. De ‘arousal index’, als maat voor slaapfragmentatie, en de totale slaaptijd verklaarden respectievelijk 18 en 27% van de variantie in cognitief functioneren. De ernst van het apneubeeld, uitgedrukt in de zuurstof (O2) desaturatieindex (ODI), de laagste O2-saturatiewaarde en in mindere mate de ‘respiratory disturbance index’ (RDI; bestaande uit het aantal apneus, hypopneus en ‘respiratory effort related arousals’ (RERA’s) per uur slaap), verklaarden tussen de 12 en 23% van de variantie in cognitief functioneren. Als slaapstoornissen deze impact hebben op het cognitief functioneren bij MS-patiënten, dan zou effectieve behandeling ervan mogelijk positieve effecten kunnen hebben op zowel het cognitief functioneren, als op de kwaliteit van leven van deze patiënten.
BRALEY TJ, KRATZ AL, KAPLISH N CHERVIN RD. SLEEP AND COGNITIVE FUNCTION IN MULTIPLE SCLEROSIS. SLEEP 2016;39:1525-33.
Lees verderOm de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om informatie over het apparaat op te slaan en/of te openen. Toestemming voor deze technologieën stelt ons en onze partners in staat om persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site te verwerken en om gepersonaliseerde en niet-gepersonalisserde advertenties te tonen. Indien u geen toestemming geeft of deze intrekt, kan dit invloed hebben op bepaalde functies.
Klik hieronder om in te stemmen met het bovenstaande of om specifieke keuzes te maken. Uw keuzes zullen alleen worden toegepast op deze site. U kunt uw instellingen te allen tijde wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de knoppen op het Cookiebeleid of door te klikken op de knop 'Toestemming beheren' onderaan het scherm.