Articles

Timing van nervus-vagusstimulatie in de behandeling van medicatieresistente epilepsie: de CORE-VNS-studie

TNN - jaargang 126, nummer 1, februari 2025

drs. J.J.A.S. Smeets , dr. K. Rijkers , dr. O.E.M.G. Schijns , dr. S. Klinkenberg , drs. J. Nelissen , drs. G.L. Wagner , dr. O.H.J Eelkman Rooda , drs. H.C. Hulscher , dr. P.R. Schuurman , drs. K.H. Kho , dr. K.R. Heineman , drs. J.J. Ardesch , drs. T. Balvers , dr. A.M. Meppelink

SAMENVATTING

Epilepsie is geassocieerd met een hoge ziektelast bij patiënten. Behandeling door middel van anti-aanvalsmedicatie of epilepsiechirurgie biedt niet altijd uitkomst. Neuromodulatie, waaronder nervus-vagusstimulatie, is dan een optie voor patiënten met zogenoemde medicatieresistente epilepsie. Demografische kenmerken en behandeleffecten zijn onderzocht in de CORE-VNS-studie op basis van 819 patiënten uit 15 verschillende landen. Hoewel de behandeleffecten momenteel nog worden onderzocht, laten de eerste data uit de studie zien dat patiënten wereldwijd later worden doorverwezen naar een tertiaire epilepsie-instelling of neurochirurgisch centrum dan wordt geadviseerd in de Nederlandse richtlijn Epilepsie. Dit geldt in het bijzonder voor Nederlandse patiënten. Door patiënten met medicatieresistente epilepsie eerder te verwijzen naar een centrum voor epilepsiechirurgie, kunnen zij tijdig worden geanalyseerd voor een eventuele behandeling met neuromodulatie.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2025;126(1):9–15)

Lees verder

Farmacotherapie bij epilepsie

TNN - jaargang 125, nummer 1, februari 2024

drs. T. Balvers , dr. H.F. van Thuijl , prof. dr. M. Zijlmans

SAMENVATTING

Traditiegetrouw wordt de keuze voor anti-aanvalsmedicatie bij volwassenen met epilepsie gebaseerd op de werking bij verschillende typen epilepsie: focaal of gegeneraliseerd. Een sterke toename van de beschikbare medicatie maakt dat er een verschuiving plaatsvindt, waarbij ook het patiëntenprofiel en de te verwachten bijwerkingen in de keuze worden meegenomen. Bij opeenvolgende pogingen en ‘add-on’-medicatie wegen tevens de overeenkomsten en verschillen in werkingsmechanismen mee.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(1):21–7)

Lees verder

Monoklonale antilichamen tegen CGRP(-receptor) als profylactische behandeling van migraine

TNN - jaargang 121, nummer 6, december 2020

drs. T. Balvers , drs. S. de Vries Lentsch , drs. T.C. van den Hoek , dr. R. Fronczek , dr. G.M. Terwindt , dr. H. Koppen

SAMENVATTING

Er is wetenschappelijk bewijs dat ‘calcitonin gene-related peptide’ (CGRP) een sleutelrol speelt in de pathofysiologie van migraine. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van geneesmiddelen die hier specifiek op ingrijpen, waaronder monoklonale antilichamen tegen CGRP (galcanezumab en fremanezumab) of de CGRP-receptor (erenumab). Fase III-onderzoek heeft aangetoond dat deze geneesmiddelen effectief zijn voor de profylactische behandeling van zowel episodische als chronische migraine. De monoklonale antilichamen worden goed verdragen en lijken vooralsnog veilig te zijn. Fysiologische vaatverwijdende eigenschappen van CGRP spelen echter ook een beschermende rol bij het optreden van een ischemisch vasculair event, en het blokkeren van deze eigenschappen zou compensatoire mechanismen kunnen verhinderen. Langetermijndata ten aanzien van blijvende effectiviteit en veiligheid moeten nog volgen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):249-56)

Lees verder

Ingezonden brief

TNN - jaargang 120, nummer 5, oktober 2019

drs. T. Balvers , drs. J.A. Pijpers , dr. R. Fronczek , dr. G.M. Terwindt , prof. dr. M.D. Ferrari

Lees verder