TNN - jaargang 122, nummer 4, juni 2021
drs. N.J.L.M. Taks , dr. W.H. Bouvy , dr. S.F.T. Thijsen , ing. J.H.J. Reimerink , dr. C.B.E.M. Reusken , drs. C.F.H. Raven
In dit artikel wordt een 34-jarige man beschreven met klachten van hoofdpijn, koorts, braken en nekpijn in combinatie met een huiduitslag over het gehele lichaam. Uit liquoronderzoek bleek een geringe pleiocytose en een licht verhoogd eiwitgehalte. Antibiotische en antivirale behandeling voor meningitis werd gestart. Aanvullend onderzoek naar diverse virale en bacteriologische verwekkers was negatief, waarop de behandeling werd gestaakt. Omdat in augustus 2020 het westnijlvirus in Nederland lokaal werd geconstateerd, werd het liquorsample van deze man hierop onderzocht, en dit bleek positief. Vanwege de (mogelijk permanente) aanwezigheid van het westnijlvirus in Nederland illustreert deze casus het belang om bij onverklaarde meningitis of encefalitis in de differentiaaldiagnose rekening te houden met een dergelijke infectie.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(4):175-9)
Lees verderTNN - jaargang 120, nummer 4, augustus 2019
S.M. Uniken Venema , dr. E.M. Vriens , dr. S.F.T. Thijsen
Als gevolg van het vaccineren tegen Haemophilus influenzae, Neisseria meningitidis en Streptococcus pneumoniae daalt het aantal patiënten met een bacteriële meningitis in Nederland. Hierdoor is een lichte stijging te zien in het aandeel van L. monocytogenes als verwekker van bacteriële meningitis bij volwassenen. Deze ontwikkeling onderstreept het belang van de huidige richtlijn om bij verdenking op bacteriële meningitis laagdrempelig antibiotica tegen L. monocytogenes te geven. Bij patiënten met een verhoogd risico op een invasieve L. monocytogenes-infectie, zoals ouderen, immuungecompromitteerde patiënten en patiënten met kanker, adviseren we om L. monocytogenes in de differentiaaldiagnose op te nemen, hier diagnostiek naar te doen en eventueel gericht te behandelen wanneer deze patiënten zich presenteren met sepsis zonder bekende oorzaak.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2019;120(4):128-32)
TNN - jaargang 119, nummer 4, augustus 2018
L.W. Rümke , dr. S.F.T. Thijsen , dr. N. Thielen , H.J. van de Kamp , dr. J.J. Oudejans , C.M. Pleizier
Neuroborreliose kan een antigeengedreven monoklonale B-celproliferatie in de liquor veroorzaken, die kan duiden op een centraalzenuwstelsellymfoom. Bij eerder beschreven patiënten met neuroborreliose verdween dit klonale celbeeld na antibiotische behandeling. In dit artikel wordt een 89-jarige vrouw beschreven met een polyradiculitis op basis van neuroborreliose en een verdenking op een intrathecaal B-cellymfoom. PCR op Borrelia-species in de liquor was positief. De monoklonale B-celproliferatie werd vastgesteld met klonaliteitsanalyse middels DNA-onderzoek. Hoewel follow-up van liquordiagnostiek in deze casus niet beschikbaar is, is het mogelijk dat er bij deze patiënte sprake was van een door Borrelia burgdorferi geïnduceerde intrathecale monoklonale B-celexpansie die verdwijnt na antibiotische behandeling. Bij patiënten met zowel neuroborreliose als een monoklonale B-celproliferatie in de liquor wordt aangeraden om na antibiotische behandeling liquordiagnostiek te herhalen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(4):133–8)
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om informatie over het apparaat op te slaan en/of te openen. Toestemming voor deze technologieën stelt ons en onze partners in staat om persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site te verwerken en om gepersonaliseerde en niet-gepersonalisserde advertenties te tonen. Indien u geen toestemming geeft of deze intrekt, kan dit invloed hebben op bepaalde functies.
Klik hieronder om in te stemmen met het bovenstaande of om specifieke keuzes te maken. Uw keuzes zullen alleen worden toegepast op deze site. U kunt uw instellingen te allen tijde wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de knoppen op het Cookiebeleid of door te klikken op de knop 'Toestemming beheren' onderaan het scherm.