Articles

Het carpaletunnelsyndroom: hebben we diagnostiek en behandeling in de vingers?

TNN - jaargang 119, nummer 5, oktober 2018

W.A.C. Palmbergen , dr. C. Verhamme , T.W.H. Alleman , E. Verstraete , dr. K. Jellema , dr. W.I.M. Verhagen , prof. dr. L.H. Visser , dr. G.C.W. de Ruiter , prof. dr. D. van de Beek , dr. R. Beekman , prof. dr. R.M.A. de Bie

SAMENVATTING

Het carpaletunnelsyndroom komt veel voor. Er zijn veel kennislacunes rondom het carpaletunnelsyndroom. Het ontbreken van voldoende wetenschappelijke onderbouwing voor keuzes bij diagnostiek en behandeling zorgt voor praktijkvariatie en ondoelmatige zorg. Dit artikel biedt een overzicht van belangrijke kennislacunes rondom het carpaletunnelsyndroom waarbij de nadruk ligt op praktijk gerelateerde onderwerpen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(5):182–7)

Lees verder

De medicamenteuze behandeling van visuele hallucinaties bij de ziekte van Parkinson

TNN - jaargang 117, nummer 1, maart 2016

T.J.M. van Mierlo , prof. dr. R.M.A. de Bie , dr. E.M.J. Foncke

Samenvatting

Visuele hallucinaties bij de ziekte van Parkinson zijn een onafhankelijke voorspeller voor cognitieve achteruitgang en verpleeghuisopname, en vormen een uitdaging voor de behandelaar. Visuele hallucinaties ontwikkelen zich op termijn tot een parkinson-geassocieerde psychose, waarbij er geen inzicht meer is om ze van de werkelijkheid te onderscheiden. Clozapine is de behandeling van eerste keuze bij een dergelijke psychose. Vroege medicamenteuze behandeling is waarschijnlijk gunstiger voor het ziektebeloop. Het ontstaan van visuele hallucinaties markeert misschien het juiste moment voor behandeling met cholinesteraseremmers.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2016;117(1):25–31)

Lees verder

Diepe hersenstimulatie bij de ziekte van Parkinson

TNN - jaargang 114, nummer 4, december 2013

dr. V.J.J Odekerken , P. van den Munckhof , prof. dr. P.R. Schuurman , prof. dr. R.M.A. de Bie

Samenvatting

Diepe hersenstimulatie (‘deep brain stimulation’; DBS) voor de ziekte van Parkinson kan worden overwogen bij patiënten met medicatie-geïnduceerde responsfluctuaties wanneer aanpassingen in het medicatieschema onvoldoende helpen. DBS verbetert vooral de motorische symptomen die aanvankelijk goed op dopaminerge medicatie reageerden, zoals tremor, bradykinesie en rigiditeit. Daarnaast is de tijd die patiënten gedurende de dag in de ‘off’-fase doorbrengen na DBS korter. Bovendien kan de medicatie vaak worden verminderd na DBS. Dyskinesieën nemen af. De belangrijkste risico’s van DBS zijn een (zelden voorkomend) intracerebraal hematoom, infectie, apparatuurgerelateerde complicaties en cognitieve en/of gedragsstoornissen. Er zijn verschillende doelgebieden voor diepe hersenstimulatie onderzocht. De nucleus subthalamicus lijkt de meest effectieve keuze te zijn voor het verminderen van motorische symptomen en het verbeteren van het algemeen functioneren. Recent onderzoek heeft aangetoond dat ook in een vroegere fase van de ziekte, wanneer medicatie-geïnduceerde reponsfluctuaties beginnen op te treden, DBS beter werkt dan alleen medicatie voor het verminderen van de motorische symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Hierdoor lijkt het aantal patiënten dat in aanmerking komt voor DBS toe te nemen.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:143-8)

Lees verder

Levodopa bij de ziekte van Parkinson: toxisch of neuroprotectief?

TNN - jaargang 113, nummer 5, oktober 2012

drs. C.V.M. Verschuur , prof. dr. J.J. van Hilten , prof. dr. T. van Laar , dr. B. Post , dr. G. Tissingh , prof. dr. R.M.A. de Bie

Samenvatting

Levodopa wordt algemeen beschouwd als het meest effectieve medicijn voor de ziekte van Parkinson. In de praktijk is men echter vaak terughoudend met het voorschrijven. Het starten van behandeling wordt uitgesteld en de dosering wordt zo laag mogelijk gehouden. De in het verleden bestaande bezwaren tegen het vroeg starten van levodopa blijken echter ongegrond en er zijn zelfs aanwijzingen dat het vroeg starten van levodopa een positief functioneel effect kan hebben op het ziektebeloop. Om meer duidelijkheid te verkrijgen over de eventueel positieve en negatieve aspecten van het vroeg starten van levodopa zijn de auteurs een nationaal onderzoek gestart.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:218-22)

Lees verder