Articles

Het aantonen van instabiliteit van arteria carotis interna-plaques met MRI

TNN - jaargang 123, nummer 1, februari 2022

drs. M. Kassem , drs. K. Nies , dr. P.J. Nederkoorn , prof. dr. R.J. van Oostenbrugge , prof. dr. M.E. Kooi

SAMENVATTING

Een ruptuur van een instabiele atherosclerotische plaque in de arteria carotis interna (ACI) is een belangrijke onderliggende oorzaak van een TIA of herseninfarct. Instabiliteit van de plaque kan worden aangetoond met MRI, doordat met MRI de verschillende componenten waaruit de plaque is opgebouwd van elkaar kunnen worden onderscheiden. Van deze plaquekenmerken is een intraplaquehematoom sterk voorspellend voor het optreden van een nieuw of recidief herseninfarct. In dit artikel wordt beschreven hoe de verschillende plaquekenmerken in beeld kunnen worden gebracht en beoordeeld met MRI. De huidige toepasbaarheid van deze technieken en de stappen die nodig zijn om deze technieken te implementeren in de dagelijkse klinische praktijk komen aan bod. Daarnaast worden nieuwe MRI-sequenties en andere toekomstige ontwikkelingen besproken die de toepasbaarheid van plaque-imaging met MRI in de klinische praktijk kunnen vereenvoudigen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(1):35–40)

Lees verder

Ticagrelor versus clopidogrel bij CYP2C19-‘loss-of-function’-dragers met een beroerte of TIA

TNN - jaargang 123, nummer 1, februari 2022

drs. T. Guffens , prof. dr. R.J. van Oostenbrugge

SAMENVATTING

Zowel clopidogrel als ticagrelor is een trombocytenaggregatieremmer die zijn functie uitoefent door middel van inhibitie van ADP-receptoren van subtype P2Y12. Hoewel hun uiteindelijke doel hetzelfde is, bestaat er een verschil in de farmacokinetiek van beide middelen waardoor deze inhibitie wordt bereikt. Immers, clopidogrel moet eerst worden omgezet in zijn actieve metaboliet, terwijl dit bij ticagrelor niet hoeft. Daarnaast blijkt de binding van ticagrelor aan de receptor reversibel te zijn, wat maakt dat deze inhibitie op te heffen is. Een voorwaarde voor de omzetting van clopidogrel tot zijn actieve metaboliet is de aanwezigheid van het leverenzym CYP2C19, wat door het gelijknamige allel gecodeerd wordt. Van dit allel bezit ieder mens er 2. Een deel van de bevolking heeft echter 1 of 2 niet-functionele coderende allelen voor dit enzym (‘loss-of-function carrier’), met als resultaat een verminderde of zelfs afwezige werking.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(1):47–8)

Lees verder

De rol van geavanceerde CT-beeldvorming in de diagnostiek en behandeling van het acute herseninfarct

TNN - jaargang 122, nummer 1, februari 2021

drs. F.M.E. Pinckaers , drs. F.A.V. Pirson , drs. S.G.L. Thielemans , prof. dr. R.J. van Oostenbrugge , prof. dr. R. Lemmens , dr. A.A. Postma

SAMENVATTING

Conventionele beeldvorming met non-contrast-CT speelt al jaren een belangrijke rol in de diagnostiek van het herseninfarct. Het faciliteert snelle besluitvorming rondom intraveneuze trombolyse en kan in de acute setting de work-up versnellen bij bijvoorbeeld het aantonen van een ‘hyperdense vessel sign’. De standaardcombinatie met CT-angiografie is niet alleen van belang voor de besluitvorming tot endovasculaire behandeling, maar heeft ook prognostische waarde op basis van de beoordeling van de mate van collateralen en fungeert als ‘roadmap’ voor interventionalisten. CT-perfusie (CTP) is een geavanceerdere techniek en kan als surrogaatmarker voor het onderscheid tussen weefsel met reversibele schade (de penumbra) en weefsel met irreversibele schade (de infarctkern) worden gebruikt. Een gunstige perfusiemismatch tussen deze 2 gebieden wordt gebruikt voor de selectie van patiënten voor acute behandeling in het late tijdsinterval. Daarnaast kunnen perfusiebeelden in combinate met CT-angiografie de detectie van intracerebrale occlusies vergemakkelijken. Voor adequaat gebruik van CTP is een correcte technische uitvoering van groot belang. Ook dient men rekening te houden met fout-negatieve en fout-positieve resulaten, waarbij het betrekken van het klinisch beeld immer van belang is. Goede samenwerking tussen radiologen en neurologen en juiste technische en klinische kennis is daarbij essentieel voor correct gebruik in de dagelijkse praktijk. Dit artikel belicht de waarde en de valkuilen van het gebruik van CT in de klinische besluitvorming rondom het herseninfarct.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(1):27-36)

Lees verder