Articles

Het onderscheid tussen chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie en ‘mimics’ in de klinische praktijk

TNN - jaargang 124, nummer 6, oktober 2023

drs. A.E. Baars , prof. dr. B.C. Jacobs , dr. P.W. Wirtz , dr. J. Venhovens , prof. dr. P.A. van Doorn , dr. K. Kuitwaard

SAMENVATTING

Het stellen van de diagnose chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP) is uitdagend door de zeldzaamheid, heterogene klachtenpresentatie en het ontbreken van een specifieke diagnostische biomarker. Mede hierdoor komt het regelmatig voor dat de diagnose CIDP wordt gemist of ten onrechte wordt gesteld, wat grote gevolgen kan hebben voor de behandeling en prognose. Demyeliniserende kenmerken bij het zenuwgeleidingsonderzoek of een verhoogd eiwitgehalte in de liquor kunnen ook voorkomen bij op CIDP lijkende aandoeningen. Aan de hand van casuïstiek worden in dit artikel praktische handvatten geboden om onderscheid te maken tussen CIDP en een aantal belangrijke ‘mimics’: IgM anti-MAG (‘myelin-associated glycoprotein’)-polyneuropathie, auto-immuunnodopathie, en POEMS-syndroom (‘polyneuropathy, organomegaly, endocrinopathy, monoclonal gammopathy, skin changes’).

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(6):254–9)

Lees verder

Uw diagnose?

TNN - jaargang 123, nummer 6, oktober 2022

drs. A.I. Blanter , drs. L.M.H. de Pont , dr. P.W. Wirtz

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(6):291–2)

Lees verder

De neuromusculaire manifestaties van glycogeenstapelingsziekten bij volwassenen

TNN - jaargang 118, nummer 1, maart 2017

dr. S. Arends , dr. P.W. Wirtz

SAMENVATTING

Glycogeenstapelingsziekten (GSD) vormen een groep van 16 erfelijke aandoeningen die gepaard kunnen gaan met een metabole myopathie. De meest voorkomende typen zijn de ziekte van Pompe (GSD type 2) en de ziekte van McArdle (GSD type 5). Symptomen kunnen zich manifesteren op zowel de kinder- als de volwassen leeftijd met inspanningsintolerantie, het ‘second-wind’-fenomeen, myoglobulinurie en/of spierzwakte. Er staan de clinicus verschillende diagnostische testen ter beschikking, waarbij de keuze welke diagnostische testen worden verricht en in welke volgorde afhangt van de differentiaaldiagnose. Hun diagnostische waarde en interpretatie worden in dit artikel besproken. De stand van zaken met betrekking tot behandeling van GSD’s komt aan de orde, met speciale aandacht voor de enzymvervangende behandeling bij de ziekte van Pompe, die sinds 2006 beschikbaar is.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2017;118(1):10–7)

Lees verder

Uw diagnose?

TNN - jaargang 117, nummer 3, september 2016

E.A. van Nieuwenhuize , A. Dias , dr. P.W. Wirtz

(TIJDSCHR NEUROLO NEUROCHIR 2016;117(3):135-6)

Lees verder

Uw diagnose?

TNN - jaargang 114, nummer 3, september 2013

S.S.S. Orasji , dr. M.J. Titulaer , A. van Sonderen , dr. P.W. Wirtz

Lees verder

Tijd voor een betere lumbaalnaald. Een pleidooi voor de atraumatische 22G-naald

TNN - jaargang 113, nummer 3, juni 2012

N. Pelzer , dr. G.G. Schoonman , dr. H. Koppen , dr. P.W. Wirtz

Samenvatting

De meeste neurologen in Nederland gebruiken traumatische 20 gauge (G)-lumbaalnaalden, die geprefereerd lijken te worden boven atraumatische naalden. In dit artikel worden de kans op postpunctionele hoofdpijn, de kans op celdestructie, alsmede kosten en gebruiksvriendelijkheid bij gebruik van de twee typen lumbaalnaalden besproken. In een experimentele opstelling werden de doorloopsnelheid van vloeistof en de drukmeting bij gebruik van de traumatische 20G-naald en de atraumatische 22G-naald vergeleken.

De incidentie van postpunctionele hoofdpijn bij gebruik van een atraumatische 22G-lumbaalnaald (0,7 mm) is significant lager dan bij een traumatische 20G-naald (0,9 mm). Er waren geen verschillen in drukmeting en doorloopsnelheid tussen de traumatische 20G-naald en de atraumatische 22G-naald. Er zijn geen aanwijzingen voor verschillen in celdestructie en de mogelijkheid van toediening van intrathecale chemotherapeutica. De hogere aanschafkosten van atraumatische naalden worden waarschijnlijk teniet gedaan door een afname van de incidentie van postpunctionele hoofdpijn en de daarvoor benodigde medische zorg. Wij pleiten daarom voor algemeen gebruik van de atraumatische 22G-lumbaalnaald in de neurologische praktijk.
(TIJDSCHR NEUROL NEURCHIR 2012;113:108-14)

Lees verder