Articles

Een snel groeiende zwelling in de hals bij neurofibromatose type 1

TNN - jaargang 125, nummer 6, oktober 2024

C.J.B.A. Kersten , drs. B.I. Mollinga , dr. M. Uyttenboogaart

SAMENVATTING

Een snel groeiende zwelling in de hals kent een uitgebreide differentiaaldiagnose. Inflammatoire en neoplastische aandoeningen zijn de meest voorkomende oorzaken. Omdat neurofibromatose type 1 is geassocieerd met vaatmalformaties zoals een aneurysmatische verwijding van de arteria carotis interna (ACI), dient bij patiënten met een voorgeschiedenis van neurofibromatose type 1 ook een vasculaire etiologie als oorzaak te worden overwogen bij een snel groeiende zwelling in de hals. Naast controle met beeldvorming op groei, zijn de gebruikelijke behandelopties van een aneurysma (ook in het kader van neurofibromatose type 1) van de extracraniële ACI hetzelfde als bij het ongeruptureerde en geruptureerde intracraniële aneurysma.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(6):262-5)

Lees verder

Ipsilaterale extracraniële carotisstenose bij patiënten met een acuut herseninfarct: wel of niet stenten tijdens endovasculaire trombectomie?

TNN - jaargang 124, nummer 3, mei 2023

drs. S.L. Collette , drs. J. Hellegering , dr. I.R. van den Wijngaard , dr. P.J. Nederkoorn , prof. dr. C.J. Zeebregts , prof. dr. R.A.J.O. Dierckx , dr. J.C. de Groot , dr. R.P.H. Bokkers , dr. M. Uyttenboogaart

SAMENVATTING

Een aanzienlijk deel van de patiënten met een ‘transient ischemic attack’ (TIA) of niet-invaliderend herseninfarct in de anterieure circulatie heeft een ipsilaterale extracraniële carotisstenose. Behandeling van een dergelijke carotisstenose kan noodzakelijk zijn om een recidief TIA of herseninfarct te voorkomen. Tot de behandelmogelijkheden behoren een carotisendarteriëctomie (CEA) of het plaatsen van een carotisstent (‘carotid artery stenting’, CAS) binnen enkele weken na presentatie in de tweede lijn. Bij patiënten die een endovasculaire trombectomie (EVT) ondergaan vanwege een acuut herseninfarct door een proximale occlusie in de anterieure circulatie, kan de carotisstenose ook al tijdens EVT worden behandeld met een CAS. De optie om een carotisstenose tijdens EVT te behandelen is relatief nieuw en introduceert een dilemma: wel of niet stenten tijdens EVT? In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken omtrent de behandeling van een extracraniële atherosclerotische carotisstenose van ≥50% tijdens EVT, zowel in de literatuur als in centra waar EVT wordt uitgevoerd. Uit het literatuuroverzicht en een enquête uitgevoerd onder Nederlandse en enkele Belgische specialisten blijkt dat de behandeling van een extracraniële carotisstenose bij patiënten met een acuut herseninfarct sterk varieert. Er is behoefte aan eenduidig beleid, wat idealiter wordt gebaseerd op gerandomiseerde studies.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(3):95–102)

Lees verder

Acutefasebehandeling en secundaire preventie van cervicale arteriële dissectie

TNN - jaargang 124, nummer 2, april 2023

drs. A.H.P. Schalkwijk , dr. S. Akoudad , dr. G.J.R. Luijckx , dr. M. Uyttenboogaart

SAMENVATTING

Cervicale arteriële dissectie is een belangrijke oorzaak van herseninfarcten, met name bij jongere mensen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de medicamenteuze behandeling van een cervicale arteriële dissectie. Het toedienen van intraveneuze trombolyse in de acute fase van het herseninfarct is veilig gebleken. In 2 gerandomiseerde trials en meerdere observationele studies werden geen wezenlijke verschillen gevonden tussen therapeutische antistolling en trombocytenaggregatieremmers wat betreft veiligheid en effectiviteit in de preventie van een herseninfarct bij een cervicale arteriële dissectie. Derhalve wordt een trombocytenaggregatieremmer als profylaxe geadviseerd. In specifieke situaties, zoals recidiverende ischemie of de aanwezigheid van een ‘floating’ trombus, kan hier vanaf worden geweken.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(2):69–75)

Lees verder

Uw diagnose?

TNN - jaargang 121, nummer 1, februari 2020

drs. E.J. de Heide , dr. M. Uyttenboogaart

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(1):39–41)

Lees verder