TNN - jaargang 123, nummer 5, september 2022
dr. M.C. Tjepkema-Cloostermans , dr. M.M. Admiraal , drs. K.H. Kho , dr. M. ter Laan , dr. J. Doorduin
Intraoperatieve neurofysiologische monitoring (IONM) wordt in toenemende mate ingezet voor het bewaken van het zenuwstelsel tijdens risicovolle ingrepen. Afhankelijk van de ingreep kan een keuze worden gemaakt uit verschillende neurofysiologische modaliteiten om het betreffende zenuwweefsel te lokaliseren of te bewaken. Dit artikel geeft een overzicht van de toepassing van IONM aan de hand van 3 verschillende ingrepen: (sub)corticale chirurgie, correctieve wervelkolomchirurgie en ruggenmergchirurgie. Daarnaast komen de factoren die van invloed zijn op de neurofysiologische signalen aan bod, evenals het wetenschappelijke bewijs en handvatten voor juiste interpretatie.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(5):228-36)
Lees verderTNN - jaargang 116, nummer 3, september 2015
dr. M. ter Laan , prof. dr. J.M.C. van Dijk , dr. J.W.J. Elting , prof. dr. M.J. Staal
Cerebrale doorbloeding wordt gereguleerd door een complex systeem van mechanismen. Een van deze mechanismen is de sympathische innervatie van de cerebrale bloedvaten. Elders in het menselijk lichaam, onder meer ook in het brein, is verbeterde doorbloeding gerapporteerd onder invloed van elektrische stimulatie. Waarschijnlijk is dit sympathisch gemedieerd. Derhalve zou elektrische modulatie van de sympathische innervatie van de cerebrale vaten van invloed kunnen zijn op de cerebrale doorbloeding.
Elektrische stimulatie zou onder andere bij cerebrale vaatspasmen als gevolg van een subarachnoïdale bloeding van therapeutische waarde kunnen zijn. In dit artikel leveren we bewijs voor de rol van de sympathicus in de regulatie van cerebrale doorbloeding. Daarnaast presenteren we de resultaten van ons recente klinisch onderzoek op het gebied van elektrische stimulatie ter beïnvloeding van deze sympathische innervatie en de effecten hiervan op cerebrale doorbloeding bij patiënten met een subarachnoïdale bloeding.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2015;116(3):139-145)
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om informatie over het apparaat op te slaan en/of te openen. Toestemming voor deze technologieën stelt ons en onze partners in staat om persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site te verwerken en om gepersonaliseerde en niet-gepersonalisserde advertenties te tonen. Indien u geen toestemming geeft of deze intrekt, kan dit invloed hebben op bepaalde functies.
Klik hieronder om in te stemmen met het bovenstaande of om specifieke keuzes te maken. Uw keuzes zullen alleen worden toegepast op deze site. U kunt uw instellingen te allen tijde wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de knoppen op het Cookiebeleid of door te klikken op de knop 'Toestemming beheren' onderaan het scherm.