Articles

Het belang van bloedpigmenten bij de detectie van een subarachnoïdale bloeding

TNN - jaargang 122, nummer 1, februari 2021

drs. D.A. Schreurs , dr. B.A. de Boer , drs. M.M. Eysink Smeets

SAMENVATTING

In de diagnostiek naar een subarachnoïdale bloeding kunnen in de liquor bloedpigmenten worden bepaald. Deze bloedpigmenten zijn op verschillende momenten na het ontstaan van de bloeding aanwezig. Bilirubine is het enige bloedpigment dat in vivo ontstaat. Derhalve wordt dit pigment in combinatie met oxyhemoglobine beschouwd als bewijzend voor een subarachnoïdale bloeding. De aanwezigheid van bilirubine kan echter ook andere oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaken zijn een hyperbilirubinemie in het serum, een verhoogd eiwitgehalte in de liquor of infecties van het centrale zenuwstelsel. Bij het interpreteren van bloedpigmenten bestaan verschillende valkuilen. Deze worden aan de hand van 2 casus in dit artikel besproken.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(1):4-10)

Lees verder

Familiaire cerebrale caverneuze malformaties

TNN - jaargang 114, nummer 3, september 2013

drs. M.M. Eysink Smeets , J.M.A. Verhagen , D.J. Kamphuis , A.J.M. Rozemuller , dr. J. Haan

Samenvatting

Een cerebrale caverneuze malformatie (CCM) bestaat uit een verwijde vaatholte zonder tussenliggend hersenparenchym. ‘Familiaire Cerebrale Caverneuze Malformaties (FCCM)’ is een autosomaal dominante aandoening en wordt gekenmerkt door het voorkomen van multipele CCMs. Klinische uitingen van FCCM zijn epilepsie, bloedingen, hoofdpijn en focale uitval. Bij FCCM kunnen echter ook vasculaire malformaties buiten het zenuwstelsel voorkomen, zoals caverneuze malformaties van de retina en cutane vasculaire malformaties. Zowel de klinische als radiologische penetrantie is incompleet. Drie ziektegenen zijn geïdentificeerd en de diagnose kan bevestigd worden middels DNA-diagnostiek. Een conservatief beleid is op zijn plaats in geval van asymptomatische CCMs, waarbij zowel controle middels MRI als varen op de kliniek te verdedigen is. Chirurgie kan worden overwogen bij patiënten met refractaire epilepsie, progressieve neurologische uitval of herhaaldelijke symptomatische bloedingen. In dit overzichtsartikel wordt kliniek, diagnostiek en beleid omtrent FCCM beschreven aan de hand van twee familieleden met een bewezen mutatie in het CCM1 gen.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:95-104)

Lees verder

De betekenis van oligoklonale banden in de liquor: van meten naar weten

TNN - jaargang 114, nummer 2, juni 2013

drs. M.M. Eysink Smeets , R.D. Oude Engberink , prof. dr. B.C. Jacobs , dr. S.F.T.M. de Bruijn

Samenvatting

Oligoklonale banden in de liquor worden vaak bepaald als onderdeel van de diagnostiek naar Multiple Sclerose. Oligoklonale banden zijn echter niet specifiek voor Multiple Sclerose, maar kunnen ook bij andere neurologische aandoeningen voorkomen. Oligoklonale banden zijn een kwalitatief kenmerk voor de aanwezigheid van immunoglobulinen. De gelijktijdige analyse van liquor en serum op oligoklonale banden kan resulteren in verschillende patronen. Verschillende bandpatronen passen bij verschillende soorten (neurologische) aandoeningen en kunnen behulpzaam zijn bij het stellen van de diagnose. In dit artikel wordt uitgelegd wat oligoklonale banden zijn, hoe ze bepaald worden en hoe de verschillende bandpatronen geïnterpreteerd moeten worden. Oligoklonale banden in de liquor worden gevonden bij demyeliniserende, inflammatoire en infectieuze ziekten van het centraal zenuwstelsel. De waarde van oligoklonale banden voor de kliniek wordt nader belicht.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:60-66)

Lees verder