TNN - jaargang 125, nummer 2, maart 2024
V.M.M. van Meegen MSc, D. Kool MSc, prof. dr. C.G. Faber , dr. B.A. Brouwer , dr. J.G.J. Hoeijmakers
Dunnevezelneuropathie wordt veroorzaakt door schade aan de dunne Aδ- en C-vezels en wordt gekenmerkt door chronische pijn. Behandeling van deze pijn is ingewikkeld, maar cruciaal vanwege de vele gevolgen. Een op zichzelf staande medicamenteuze behandeling heeft echter meestal een beperkt effect en is daardoor niet afdoende. Verwachtingenmanagement en aandacht voor het biopsychosociaal model zijn minstens zo belangrijk als medicatie in de behandeling van pijn. In dit artikel wordt ingegaan op de verschillende mogelijke behandelingen van dunnevezelneuropathie en wordt een stappenplan gepresenteerd met tips voor de praktijk.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(2):62–7)
Lees verderTNN - jaargang 124, nummer 6, oktober 2023
dr. J.G.J. Hoeijmakers
Editorial bij de bijdrage van Goedee et al. getiteld ‘EAN/PNS-richtlijn: nieuwe classificatie, diagnostiek en behandeling van CIDP’, Tijdschr Neurol Neurochir 2023;124(6):245-53.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(6):243–4)
Lees verderTNN - jaargang 123, nummer 7, november 2022
M. Geerts MSc, prof. dr. C.G. Faber , prof. dr. I.S.J. Merkies , dr. J.G.J. Hoeijmakers
Dunnevezelneuropathie is een pijnlijke en vaak invaliderende perifere neuropathie, waarbij autonome stoornissen voor kunnen komen. De diagnose wordt niet altijd direct herkend, doordat bij oriënterend neurologisch onderzoek en zenuwgeleidingsonderzoek vaak geen afwijkingen worden gevonden. De kennis over de diagnostiek, etiologie, pathofysiologie en behandeling van dunnevezelneuropathie neemt toe. Hierdoor hebben we de patiënt steeds meer te bieden.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(7):297–304)
Lees verderTNN - jaargang 116, nummer 1, maart 2015
dr. B.T.A. de Greef , dr. J.G.J. Hoeijmakers , dr. B.A. Brouwer , dr. M.M. Gerrits , prof. dr. I.S.J. Merkies , prof. dr. C.G. Faber
Dunnevezelneuropathie is een aandoening van de dunne zenuwvezels (Aδ – en C-vezels). De aandoening wordt gekarakteriseerd door neuropathische pijn en autonome verschijnselen. Er zijn verschillende aandoeningen bekend die geassocieerd zijn met dunnevezelneuropathie; desondanks wordt bij 24–93% van de patiënten met dunnevezelneuropathie geen onderliggende oorzaak gevonden. Recent is er bij een deel van de patiënten met dunnevezelneuropathie ontdekt dat zij drager zijn van een ‘gain-of-function’- mutatie in het SCN9A-, SCN10A- of SCN11A–gen, respectievelijk coderend voor de Nav1.7-, Nav1.8- en Nav1.9-kanalen. Deze spanningsafhankelijke natriumkanalen komen voor in de perifere zenuwen en dorsale ganglion cellen en zijn verantwoordelijk voor onder andere de pijnsensatie. Mutaties in deze kanalen veroorzaken hyperexcitabiliteit van de dorsale ganglion cellen, waarbij wordt verondersteld dat dit het klinisch beeld van neuropathische pijn en autonome symptomen kan verklaren.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2015;119:5-9)
To provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.