Articles

Diagnostiek en behandeling van idiopathische ‘normal pressure hydrocephalus’: een overzicht voor de dagelijkse praktijk

TNN - jaargang 123, nummer 7, november 2022

L. van den Abbeele , drs. H.F. den Boogert , E.M.J.R. Brouwers , drs. S.A.H. Pegge , dr. E.J. van Lindert

SAMENVATTING

Idiopathische ‘normal pressure hydrocephalus’ (iNPH) kenmerkt zich door een klinische trias van loopstoornissen, cognitieve stoornissen en urineincontinentie. Op beeldvorming is een ventriculomegalie zichtbaar en de liquordruk is niet afwijkend. De symptomen zijn niet specifiek en het klinisch beeld overlapt met dat van andere neurodegeneratieve ziekten, hetgeen resulteert in een forse onderdiagnostiek en late onderkenning van het ziektebeeld. Het plaatsen van een liquordrain is de enige zinvolle symptoombehandeling van iNPH. Het is van belang breed te kijken naar de anamnese, comorbiditeit, het looppatroon, de cognitie, beeldvormend en aanvullend onderzoek naar de liquorcirculatie. Op basis van deze gegevens kan voor de individuele patiënt worden beoordeeld of de diagnose iNPH kan worden gesteld en een afweging worden gemaakt ten aanzien van de kans op verbetering door een liquordrain. In dit artikel wordt een overzicht gegeven op grond van de recente inzichten in de literatuur over iNPH, met de focus op diagnostiek en behandeling.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(7):305–12)

Lees verder

Neurochirurgische dilemma’s bij traumatisch hersenletsel

TNN - jaargang 119, nummer 2, april 2018

dr. T.A. van Essen , dr. G.C.W. de Ruiter , drs. H.F. den Boogert , dr. V. Volovici , prof. dr. A.I. Maas , prof. dr. W.C. Peul

SAMENVATTING

Traumatisch hersenletsel gaat gepaard met een hoge mortaliteit. Bij diegenen die overleven, kan het een grote weerslag hebben op de kwaliteit van leven door de resterende lichamelijke, cognitieve of psychosociale beperkingen. Neurochirurgische interventies kunnen bij bepaalde patiënten met traumatisch hersenletsel de mortaliteit en morbiditeit reduceren. De neurochirurgische indicatiestelling is echter onduidelijk en de huidige bewijskracht voor deze interventies is laag. Als gevolg varieert de zorg voor traumatisch hersenletsel tussen neurochirurgen en voor een deel zijn de oorzaken van deze praktijkvariatie onbekend. Recente en net opgezette studies veranderen in een relatief korte tijd de bewijskracht. Pragmatisch opgezette studies met een zogenoemd ‘comparative effectiveness’-design zijn het meest veelbelovend om de bewijskracht te verhogen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(2):46–51)

Lees verder