TNN - jaargang 122, nummer 2, maart 2021
drs. N. Denneman , drs. H. Arnts , dr. mr. D.R. Buis , dr. K.M. Slot , dr. R.C. Painter , dr. R. van de Vrie , prof. dr. W.P. Vandertop
Een gesloten impressiefractuur van de schedel bij een zuigeling, ook wel pingpong-fractuur genoemd, is een zeldzame diagnose. Vaak ontstaan deze fracturen rondom de bevalling, bijvoorbeeld als gevolg van een kunstverlossing of doordat een hand of voet van de neonaat tijdens de bevalling compressie geeft op de eigen schedel. In zeldzame gevallen zijn de fracturen het gevolg van stomp hoofdletsel. De behandeling van een gesloten impressiefractuur van de schedel is afhankelijk van de ernst van de indeuking en aanwezigheid van intracraniële afwijkingen. In dit artikel wordt een zuigeling van drie weken oud beschreven met een pingpong-fractuur na een hoofdtrauma. Het meisje werd succesvol, zonder complicaties behandeld met een vacuümcup. Deze non-invasieve behandeling is een elegante methode voor cosmetische reconstructie van de schedel. Aan de hand van deze casus en ondersteunende literatuur adviseren wij om bij zuigelingen met een cosmetisch storende impressiefractuur van de schedel zonder intracraniële afwijkingen deze vacuümmethode te overwegen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(2):58-61)
Lees verderTNN - jaargang 121, nummer 2, april 2020
drs. H. Arnts , G.A.M. Widdershoven , G. Meynen , prof. dr. P.R. Schuurman , P. van den Munckhof
De laatste jaren is er een sterke opkomst van ontwikkelingen op het gebied van de neurotechnologie. Het aantal non-invasieve en invasieve methoden om informatie van de hersenen te analyseren en veranderingen aan te brengen in hersenprocessen neemt in snel tempo toe. Steeds meer neurologische aandoeningen kunnen hierdoor beter behandeld worden. De mogelijkheden van de neurotechnologie brengen ook ethische vragen met zich mee op het gebied van privacy, ‘informed consent’, identiteit en gelijkheid. In dit overzichtsartikel wordt de stand van zaken op het gebied van neurotechnologische ontwikkelingen in kaart gebracht en worden ethische vragen die gesteld moeten worden bij het beoordelen van deze vorm van technologische vooruitgang beschreven.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(2):59–65)
Lees verderTNN - jaargang 120, nummer 6, december 2019
drs. H. Arnts , dr. A.F. van Rootselaar , dr. mr. D.R. Buis , P. van den Munckhof
Het is al langere tijd bekend dat er bij patiënten met een bewustzijnsstoornis na ernstig hersenletsel meer hersenactiviteit en bewustzijn aanwezig kan zijn dan onderzoek aan bed doet vermoeden.1 Zo worden bij 14% van de patiënten met een langdurige bewustzijnsstoornis bij EEG of functionele MRI met actieve (motorische) paradigma’s toch signalen opgevangen die wijzen op een intact bewustzijn.2 Deze patiënten voeren dus geen opdrachten uit, maar vertonen wel specifieke corticale activatie als respons op het aanbieden van opdrachten. Deze discrepantie wordt ook wel cognitieve-motorische dissociatie (CMD) genoemd.3 In het onderzoek van Claassen et al. wordt onderzocht of de aanwezigheid van CMD na acuut hersenletsel voorspellend is voor de uitkomst.4
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHR 2019;120(6):238-9)
TNN - jaargang 116, nummer 3, september 2015
drs. H. Arnts , M.T.J. Peeters , dr. J.C.M. Lavrijsen , P. van den Munckhof , G.N. Beute
Patiënten met een minimale bewustzijnstoestand onderscheiden zich van comapatiënten en patiënten met een vegetatieve toestand/niet-responsief waaksyndroom, omdat zij minimale tekenen van bewustzijn vertonen. In de laatste jaren krijgt diepe hersenstimulatie nieuwe belangstelling als techniek om het bewustzijn bij deze patiënten te verbeteren. Bij deze patiënten worden hersenelektrodes geplaatst in de kernen van de thalamus die een belangrijke rol spelen bij de regulatie van het bewustzijn. Vroege experimentele diepe hersenstimulatie-studies bij patiënten met ernstige vormen van hersenschade en bewustzijnsstoornissen kenmerken zich door methodologische beperkingen en beperkte resultaten. Een recente casus suggereert echter dat diepe hersenstimulatie een rol kan spelen bij patiënten met een chronische minimale bewustzijnstoestand. Terughoudendheid is vooralsnog vereist, aangezien klasse I en II bewijs nog ontbreekt en de waarde van de behandeling nog op grotere schaal dient te worden vastgesteld.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2015;116(3):129-137)
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om informatie over het apparaat op te slaan en/of te openen. Toestemming voor deze technologieën stelt ons en onze partners in staat om persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site te verwerken en om gepersonaliseerde en niet-gepersonalisserde advertenties te tonen. Indien u geen toestemming geeft of deze intrekt, kan dit invloed hebben op bepaalde functies.
Klik hieronder om in te stemmen met het bovenstaande of om specifieke keuzes te maken. Uw keuzes zullen alleen worden toegepast op deze site. U kunt uw instellingen te allen tijde wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de knoppen op het Cookiebeleid of door te klikken op de knop 'Toestemming beheren' onderaan het scherm.