Articles

Migrainemanagement: aanvalsbehandelmogelijkheden en aandacht voor vrouwelijke aspecten

TNN - jaargang 125, nummer 5, september 2024

dr. D.S. van Casteren , drs. B.W.H. van der Arend , drs. S. de Vries Lentsch , dr. G.M. Terwindt

SAMENVATTING

Migraine treft mensen op het hoogtepunt van hun leven en heeft een grote invloed op hun opleiding, werk en sociale leven. Daarom wordt het beschouwd als de tweede meest invaliderende ziekte wereldwijd. De aurafase, die bij 1 op de 3 patiënten optreedt, wordt veroorzaakt door corticale spreidende depolarisatie, de hoofdpijn door activatie van het trigeminovasculaire systeem waarin ‘calcitonine-gene related peptide’ (CGRP) een belangrijke rol speelt. Volgens de stapsgewijze aanvalsbehandeling zijn triptanen (5HT1B/1D/1F-receptoragonisten) bij onvoldoende effect van ‘gewone’ pijnstillers (paracetamol en NSAID’s) de volgende stap. Deze middelen zijn alleen werkzaam voor de hoofdpijnfase. Het recent ter beschikking gekomen middel lasmiditan (centrale 5HT1F-receptoragonist) kan ook ingezet worden, maar geeft een groter risico op centrale bijwerkingen zoals duizeligheid en slaperigheid. CGRP-antagonisten (‘gepants’) zijn een relatief nieuwe klasse van geneesmiddelen die specifiek zijn ontwikkeld voor de behandeling van migraine. Deze hebben veelbelovende resultaten laten zien in klinische onderzoeken. Ze bieden een alternatief voor traditionele migrainebehandelingen. Deze CGRP-receptorblokkers – ubrogepant, rimegepant en zavegepant – kunnen worden ingezet voor de aanvalsbehandeling van migraine. De onderhandelingen voor de vergoeding van gepants in Nederland lopen momenteel. Ter voorkoming van ‘recurrences’ (het terugkeren van de hoofdpijn binnen 24 uur na aanvankelijk redelijk/goed effect), bijvoorbeeld bij langdurige perimenstruele migraineaanvallen, heeft (dubbele dosering) eletriptan de voorkeur wegens de langere werkingsduur of kan na de inname van een triptaan een additioneel langwerkend NSAID worden toegevoegd (meestal dan ’s avonds in te nemen ter voorkoming van ‘recurrence’ de volgende dag). Frovatriptan blijkt in de praktijk vaak te weinig potent voor effectieve behandeling, hoewel dit triptaan de langste halfwaardetijd heeft en daarmee in theorie het meest geschikt is voor menstruele migraine.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(5):205–13)

Lees verder

Migrainemanagement: preventieve behandelmogelijkheden en het gebruik van ‘telemedicine’

TNN - jaargang 125, nummer 3, mei 2024

drs. B.W.H. van der Arend , dr. D.S. van Casteren , drs. S. de Vries Lentsch , dr. G.M. Terwindt

SAMENVATTING

Migraine is een veelvoorkomende neurologische aandoening die vooral vrouwen treft en aanzienlijke invloed heeft op het dagelijks leven, werk en sociale interacties. Bij ten minste 4 migrainedagen per maand is er een indicatie voor preventieve behandeling. Candesartan lijkt de beste eerste keus bij migraine zonder aura, voor migraine met aura ligt de voorkeur bij anti-epilepsieaanvalsmedicatie. Bij chronische migraine geldt dat men eerst moet afkicken van medicatieovergebruik alvorens preventieve behandeling mag worden gestart. Begeleiding door een hoofdpijnverpleegkundige kan daarbij belangrijk zijn. Voor patiënten met chronische migraine (zonder medicatieovergebruik) worden momenteel de anti-CGRP-(receptor) monoklonale antilichamen, zoals erenumab, fremanezumab en galcanezumab, vergoed. Deze medicijnen kunnen door patiënten zelf maandelijks subcutaan worden toegediend. Voor eptinezumab (toediening intraveneus) is het vergoedingsdossier ingediend. Het vergoedingsdossier voor episodische migraine, met ten minste 4 maandelijkse migrainedagen en na falen op alle andere medicatie, is nog niet goedgekeurd.

Nieuwe medicijnen, zoals de CGRP-antagonisten atogepant en rimegepant, worden overwogen voor preventieve behandeling, hoewel ze momenteel nog niet worden vergoed. We benadrukken het verhoogde risico op hart- en vaatziekten, met name bij vrouwen met migraine. Een mogelijk risico van behandeling met de anti-CGRP-(receptor) monoklonale antilichamen is een verhoging van de bloeddruk, wat het risico op hart- en vaatziekten kan verhogen.

Er is grote behoefte aan een seksespecifieke behandeling, vooral omdat twee derde van de vrouwelijke migrainepatiënten last heeft van perimenstruele aanvallen, die ernstiger en langer van duur zijn. Elektronische hoofdpijndagboeken worden aangemerkt als waardevolle instrumenten voor het monitoren van migraine en het verbeteren van behandelingen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(3):104–11)

Lees verder

Monoklonale antilichamen tegen CGRP(-receptor) als profylactische behandeling van migraine

TNN - jaargang 121, nummer 6, december 2020

drs. T. Balvers , drs. S. de Vries Lentsch , drs. T.C. van den Hoek , dr. R. Fronczek , dr. G.M. Terwindt , dr. H. Koppen

SAMENVATTING

Er is wetenschappelijk bewijs dat ‘calcitonin gene-related peptide’ (CGRP) een sleutelrol speelt in de pathofysiologie van migraine. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van geneesmiddelen die hier specifiek op ingrijpen, waaronder monoklonale antilichamen tegen CGRP (galcanezumab en fremanezumab) of de CGRP-receptor (erenumab). Fase III-onderzoek heeft aangetoond dat deze geneesmiddelen effectief zijn voor de profylactische behandeling van zowel episodische als chronische migraine. De monoklonale antilichamen worden goed verdragen en lijken vooralsnog veilig te zijn. Fysiologische vaatverwijdende eigenschappen van CGRP spelen echter ook een beschermende rol bij het optreden van een ischemisch vasculair event, en het blokkeren van deze eigenschappen zou compensatoire mechanismen kunnen verhinderen. Langetermijndata ten aanzien van blijvende effectiviteit en veiligheid moeten nog volgen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):249-56)

Lees verder

Ingezonden brief

TNN - jaargang 120, nummer 5, oktober 2019

drs. T. Balvers , drs. J.A. Pijpers , dr. R. Fronczek , dr. G.M. Terwindt , prof. dr. M.D. Ferrari

Lees verder

Denk ook differentiaaldiagnostisch aan een migraine aura

TNN - jaargang 116, nummer 3, september 2015

G.L.J. Onderwater , dr. G.M. Terwindt , prof. dr. M.D. Ferrari

Reactie op: J. Wijntjes, B.J. Kerklaan. Een bespreking van het cheiro-oraal en cheiro-pedaal syndroom. (TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2015;116(1):41-6)

Lees verder