Articles

Craniofaryngiomen

TNN - jaargang 121, nummer 4, augustus 2020

prof. dr. W.P. Vandertop , prof. dr. E.M.A. Aronica , drs. E.M.T. Dieleman , drs. J. Hoogmoed , drs. A. Mühlebner , dr. S.D. Roosendaal , prof. dr. J.A. Romijn , dr. N.I. Wolf , dr. mr. D.R. Buis

SAMENVATTING

Craniofaryngiomen zijn zeldzame benigne tumoren in de (supra)sellaire regio. Ze komen voor bij personen op iedere leeftijd, met een piek tussen 5–14 jaar en 50–75 jaar. Door hun trage groei duurt het vaak lang voordat de diagnose wordt gesteld. Symptomen worden veroorzaakt door druk op het optische systeem en/of disfunctie van de hypofyse/hypothalamus. De behandeling bestaat meestal uit een combinatie van chirurgie en radiotherapie. De kans op genezing is hoog (90% 10-jaarsoverleving), maar de kwaliteit van leven kan fors beperkt zijn.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(4):152-60)

Lees verder

‘Sudden unexpected death in epilepsy’ (SUDEP)

TNN - jaargang 118, nummer 4, december 2017

M. van der Lende , S. Shmuely , prof. dr. E.M.A. Aronica , dr. R.D. Thijs

SAMENVATTING

‘Sudden unexpected death in epilepsy’ (SUDEP) verwijst naar een plots en onverwacht overlijden van iemand met epilepsie waarvoor bij obductie geen doodsoorzaak wordt gevonden. SUDEP is de meest voorkomende direct aan epilepsie gerelateerde doodsoorzaak. De incidentie kan oplopen tot 9 per 1.000 persoonsjaren. Mensen met therapieresistente epilepsie en frequente tonisch-clonische aanvallen lopen het grootste risico. De pathofysiologie is nog onduidelijk, maar vermoedelijk zijn er meerdere uitlokkende of bijdragende factoren in het spel. SUDEP treedt meestal ’s nachts op en zonder getuigen. Slachtoffers worden vaak in hun bed aangetroffen met aanwijzingen van een doorgemaakte epileptische aanval, zoals een tongbeet of urine-incontinentie. Er zijn nog geen bewezen preventieve maatregelen, en op dit moment is het optimaal behandelen van tonisch-clonische aanvallen de beste methode om het risico op SUDEP te verkleinen. Het is belangrijk om SUDEP met patiënten en families te bespreken, met name bij hoogrisicopatiënten.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2017;118(4):128–34)

Lees verder