Articles

Multipele systeematrofie: de stand van zaken

TNN - jaargang 125, nummer 6, oktober 2024

drs. C.I. Broerse , dr. B. Post , prof. dr. B.R. Bloem , dr. F.J.A. Meijer , dr. B.P.C. van de Warrenburg

SAMENVATTING

Multipele systeematrofie (MSA) is een relatief zeldzame, progressieve neurodegeneratieve aandoening. De kernsymptomen parkinsonisme, autonome disfunctie en cerebellaire ataxie komen in allerlei combinaties voor, samen met andere verschijnselen, wat leidt tot een uitgesproken klinische heterogeniteit. Door de overlap in klinische presentatie met andere ziektebeelden is het stellen van de diagnose lastig, met name in de beginfase van de ziekte. In dit overzicht worden allereerst de nieuwe diagnostische criteria voor MSA uit 2022 besproken. Deze criteria hebben vier niveaus van diagnostische zekerheid: ‘neuropathologisch bevestigde’, ‘klinisch vastgestelde’, ‘klinisch waarschijnlijke’ en ‘mogelijk prodromale’ MSA. De nieuwe criteria vervangen die uit 2008, die een lage sensitiviteit hadden, vooral in een vroeg ziektestadium. Bepaalde MRI-kenmerken hebben nu meer gewicht gekregen, terwijl afwijkingen op nucleaire beeldvorming juist zijn verdwenen; de criteria voor autonome disfunctie zijn aangepast; en ondersteunende klinische kenmerken zijn belangrijker geworden. De nieuwe MSA-criteria hebben als doel om de ziekte in een vroeg(er) ziektestadium te herkennen en diagnosticeren. Daarnaast komen zogenoemde MSA-‘mimics’ aan bod: andere degeneratieve, genetische of zelfs verworven aandoeningen die qua klinische verschijnselen of afwijkingen bij beeldvormende diagnostiek kunnen lijken op MSA, en worden handvatten geboden voor de differentiële diagnostiek. Ten slotte wordt ingegaan op de stand van zaken rond therapieën bij MSA, aan de hand van de meest relevante afgeronde en lopende trials. Op dit moment is er geen bewezen ziektemodificerende therapie. Recent inzicht in de ziektemechanismen heeft wel geleid tot een aantal trials met interventies die op deze mechanismen trachten in te grijpen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(6):238-46)

Lees verder

Diagnostische mogelijkheden zoals beschreven in de multidisciplinaire richtlijn Ziekte van Parkinson

TNN - jaargang 122, nummer 4, juni 2021

drs. S.E.M. Ten Holter , prof. dr. J. Booij , dr. F.J.A. Meijer , prof. dr. T. van Laar , dr. B. Post

SAMENVATTING

De ziekte van Parkinson is een klinische diagnose. De kern van de diagnostiek is het klinisch vaststellen van bradykinesie en rigiditeit en/of tremor. Hiernaast kan aanvullende diagnostiek nodig zijn om andere oorzaken uit te sluiten, of voor ondersteuning bij klinische twijfel. In dit artikel wordt toegelicht wanneer welk onderzoek van meerwaarde kan zijn. Dit is gebaseerd op de module Diagnostiek in de recent verschenen Nederlandse multidisciplinaire richtlijn Ziekte van Parkinson.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(4):161-8)

Lees verder

Zwangerschap bij de ziekte van Parkinson

TNN - jaargang 121, nummer 3, juni 2020

C. Bethlehem MSc, J.A. Hebbink MSc, dr. B. Post

SAMENVATTING

Zwangerschap bij patiënten met de ziekte van Parkinson is zeldzaam, aangezien de ziekte zich meestal presenteert na de fertiele levensjaren. Van de parkinsonpatiënten is echter 5% jonger dan 40 jaar bij het stellen van de diagnose. Daarnaast stijgt de gemiddelde maternale leeftijd in de Westerse wereld, waardoor zwangerschap bij de ziekte van Parkinson vaker voor zal komen. Goede counseling en behandeling zijn hierbij van groot belang voor zowel de maternale als de foetale gezondheid. Uit de beperkte literatuur blijkt dat er bij 50% van de vrouwen met de ziekte van Parkinson een verergering van de ziektesymptomen optreedt gedurende de zwangerschap. Bij adequate behandeling met antiparkinsonmedicatie gedurende de zwangerschap is de ziekte beter onder controle. De invloed van de ziekte van Parkinson op de zwangerschap is moeilijk te onderzoeken, aangezien er in de meeste gevallen ook medicatie is gebruikt, maar er lijkt geen verhoogd risico op zwangerschapscomplicaties en foetale malformaties te zijn. Over het gebruik van levodopa gedurende de zwangerschap is het meest bekend en dit lijkt veilig te zijn. Amantadine daarentegen moet worden vermeden tijdens de zwangerschap en bij vrouwen met een kinderwens. De data wat betreft de overige antiparkinsonmedicatie zijn te beperkt om zinvolle uitspraken over te doen, maar het lijkt verstandig om terughoudend te zijn met deze middelen. De ervaring met diepe hersenstimulatie en zwangerschap is beperkt, maar dit lijkt een veelbelovende therapie te zijn.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(3):97–104)

Lees verder

Farmacologische behandeling van de ziekte van Parkinson: op zoek naar de balans

TNN - jaargang 121, nummer 2, april 2020

drs. T.H. van Prooije , drs. V.J. Geraedts , prof. dr. R.M.A. de Bie , prof. dr. J.J. van Hilten , dr. B. Post

SAMENVATTING

In dit overzichtsartikel worden de farmacologische behandelopties voor zowel de motorische als non-motorische symptomen van de ziekte van Parkinson besproken. Aan bod komen het werkingsmechanisme, de effecten, de bijwerkingen en de interacties van de verschillende middelen. Inzicht in deze principes is cruciaal om tijdens de verschillende ziektestadia de juiste behandelkeuzes te kunnen adviseren en te kunnen anticiperen op de mogelijke gevolgen van de behandeling. Onderscheid wordt gemaakt tussen de behandeling van motorische symptomen, voornamelijk via verschillende aangrijpingspunten binnen het dopaminesysteem, en de non-motorische symptomen, die niet te behandelen zijn met dopaminerge therapie.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(2):66–73)

Lees verder

Levodopa en ziekteprogressie bij de ziekte van Parkinson

TNN - jaargang 120, nummer 4, augustus 2019

S.R. Suwijn , drs. C.V.M. Verschuur , dr. J.A. Boel , dr. B. Post , prof. dr. B.R. Bloem , prof. dr. B.J. van Hilten , prof. dr. T. van Laar , dr. G. Tissingh , dr. A.G. Munts , prof. dr. R.M.A. de Bie

SAMENVATTING

Hoewel levodopa sinds bijna 60 jaar het meest gebruikte, goedkoopste en effectiefste medicijn is voor de ziekte van Parkinson, bestaat er twijfel of levodopa de ziekteprogressie verandert. Onlangs zijn de resultaten van een Nederlandse gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, multicenter, uitgestelde- startstudie gepubliceerd. De bevindingen van deze studie wijzen erop dat levodopa de ziekteprogressie bij de ziekte van Parkinson niet verandert, maar dat vroege start met levodopa wel gepaard gaat met een vermindering van de symptomen en een verbetering van de kwaliteit van leven gedurende de observatieperiode. Wij adviseren niet terughoudend te zijn met het starten van levodopa bij de beginnende ziekte van Parkinson.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2019;120(4):133–40)

Lees verder

Adviezen voor optimale parkinsonzorg rondom ziekenhuisopnames en operaties

TNN - jaargang 119, nummer 6, december 2018

N.M. van der Kolk , M.M.J. Huvenaars , C. Bethlehem MSc, S. Roelofs , dr. B. Post

SAMENVATTING

De ziekte van Parkinson is een aandoening met een aanzienlijke comorbiditeit en zorgbehoefte. Hierdoor worden patiënten met de ziekte van Parkinson vaker opgenomen in het ziekenhuis. Zowel de symptomen van de ziekte, het aanpassen of overslaan van dopaminerge medicatie, medicijninteracties en negatieve reacties op nieuw voorgeschreven medicatie dragen bij aan een verhoogd complicatierisico en daarmee samenhangend een langere opnameduur. Een deel van deze complicaties is te voorkomen door goede voorlichting aan zorgverleners en patiënten. Dit artikel beoogt hieraan bij te dragen door vermijdbare risico’s te beschrijven en handvatten te bieden om het complicatierisico tijdens ziekenhuisopnames van patiënten met de ziekte van Parkinson te verlagen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(6):198–205)

Lees verder

Juveniel parkinsonisme: een praktische aanpak

TNN - jaargang 118, nummer 2, juni 2017

L. van den Heuvel , dr. M.A.A.P. Willemsen , M. Schouten , dr. B.P.C. van de Warrenburg , dr. B. Post

SAMENVATTING

Parkinsonisme is een bekend klinisch syndroom, dat vaak veroorzaakt wordt door de ziekte van Parkinson. Als de symptomen voor de leeftijd van 21 jaar beginnen (juveniel parkinsonisme) is de differentiaaldiagnose uitgebreider en moeten er verschillende zeldzame ziektebeelden worden overwogen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste differentiaaldiagnostische overwegingen bij juveniel parkinsonisme en een praktische leidraad voor de diagnostische ‘work-up’.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIRUR 2017;118(2):54–64)

Lees verder