TNN - jaargang 123, nummer 5, september 2022
dr. B.E.K.S. Swinnen , V. Sisodia BSc, dr. J.M. Dijk , prof. dr. R.M.A. de Bie
Patiënten met de ziekte van Parkinson en dementie komen nu niet in aanmerking voor behandeling met diepe hersenstimulatie (DBS). Het is echter de vraag of het gerechtvaardigd is om deze patiënten een potentieel effectieve behandeling van motorische responsfluctuaties te onthouden. Uit de literatuur blijkt dat DBS geen invloed heeft op de cognitieve achteruitgang bij parkinsonpatiënten met normale cognitie en met geringe cognitieve stoornissen. Tevens is de motorische verbetering na DBS bij parkinsonpatiënten met geringe cognitieve stoornissen vergelijkbaar met die van patiënten met een normale cognitie. Hoewel deze bevindingen bij niet-demente parkinsonpatiënten geruststellend zijn, is er op dit moment onvoldoende informatie over de effectiviteit en bijwerkingen van DBS voor motorische responsfluctuaties bij parkinsondementie.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(5):198-203
Lees verderTNN - jaargang 123, nummer 2, april 2022
dr. B.E.K.S. Swinnen , drs. T.R. ten Brinke , prof. dr. R.M.A. de Bie
Pal en collega’s onderzochten in deze retrospectieve studie of behandeling met diepe hersenstimulatie van de nucleus subthalamicus (STN-DBS) voor de ziekte van Parkinson bij mensen met een mutatie in het glucocerebrosidase (GBA)-gen tot snellere cognitieve achteruitgang leidt. Het is immers bekend dat parkinsonpatiënten die drager zijn van een GBA-mutatie een verhoogd risico hebben op cognitieve achteruitgang, kaderend binnen een algemeen ernstiger ziekteverloop.1 De onderzoekers hebben hiertoe patiëntengegevens verzameld uit 12 datasets van 8 centra in Noord-Amerika en Europa. Deze data waren afkomstig uit longitudinale studies waarin onder andere de cognitie werd opgevolgd aan de hand van de ‘Mattis dementia rating scale’ (MDRS). De patiënten werden onderverdeeld in 4 groepen op basis van de aan- of afwezigheid van een GBA-mutatie en het wel of niet ondergaan van STN-DBS. Om de relatie tussen GBA-mutatie en STN-DBS te onderzoeken, werd een ‘linear mixed model’ gebruikt, waarbij werd gecorrigeerd voor leeftijd bij cognitieve evaluatie/inclusie van het onderzoek, leeftijd bij begin van de ziekte van Parkinson (beginleeftijd) en geslacht.
Uit de studie bleek dat er een grotere cognitieve achteruitgang was bij patiënten met zowel een GBA-mutatie als STN-DBS (GBA+DBS+) in vergelijking met alle andere groepen, in het bijzonder met patiënten met een GBA-mutatie, maar geen STN-DBS (GBA+DBS-). Pal en collega’s concluderen dat de combinatie van een GBA-mutatie en STN-DBS een nadelig effect heeft op de cognitie. Zij adviseren dat screening op aanwezigheid van een GBA-mutatie deel moet uitmaken van de DBS-screening. In geval er een GBA-mutatie is, zou het verhoogde cognitieve risico moeten worden besproken met de patiënt en dienen alternatieve, geavanceerde behandelingen te worden overwogen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(2):91–2)
Lees verderTNN - jaargang 122, nummer 4, juni 2021
dr. B.E.K.S. Swinnen , S.R. Suwijn , prof. dr. R.M.A. de Bie
MRI-geleid gefocusseerd ultrageluid (‘focused ultrasound’; FUS) kan worden gebruikt om een laesie diep in de hersenen te maken. Martínez-Fernández en collega’s onderzochten in deze gerandomiseerde, placebogecontroleerde, dubbelblinde studie het effect van unilaterale FUS van de nucleus subthalamicus (subthalamotomie) op de motorische klachten bij patiënten met (gevorderde) ziekte van Parkinson. De inclusiecriteria waren onder andere een uitgesproken asymmetrie van het parkinsonisme en onvoldoende controle van de motorische symptomen ondanks dopaminerge medicatie. De exclusiecriteria omvatten onder meer een gestoorde balans tijdens een goed moment (Hoehn en Yahr-stadium >2 tijdens ON-fase), ernstige levodopa-geïnduceerde dyskinesieën en cognitieve stoornissen. Zevenentwintig patiënten ondergingen een unilaterale FUS-subthalamotomie aan de contralaterale zijde van de meest aangedane lichaamshelft (FUS-groep) en 13 patiënten ondergingen een schijningreep (placebogroep). De primaire uitkomst was de verandering op de Movement Disorders Society ‘unified Parkinson’s disease rating scale’ (MDS-UPDRS) deel III-score voor de meest aangedane lichaamshelft van voor en 4 maanden na de ingreep.1 Deze schaal meet motorische symptomen. Deze was na behandeling in de FUS-groep statistisch significant lager dan in de placebogroep. De secundaire uitkomstmaten, zoals de totale MDS-UPDRS deel III-score, de ‘Parkinson’s disease questionnaire’-39-score2 (maat voor kwaliteit van leven) en het dagelijks medicatiegebruik toonden een trend naar verbetering in de FUS-groep, doch er werd hierop geen statistische analyse uitgevoerd. In de FUS-groep kwamen de volgende bijwerkingen voor: unilaterale chorea/ballisme (n=6), hemiparese (n=5), unilaterale aangezichtsverlamming (n=3), dysartrie (n=15), loopstoornis (n=13) en ataxie van een arm (n=2). Elf van deze 44 bijwerkingen waren 4 maanden later nog steeds aanwezig.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(4):186-7)
Lees verderOm de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om informatie over het apparaat op te slaan en/of te openen. Toestemming voor deze technologieën stelt ons en onze partners in staat om persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site te verwerken en om gepersonaliseerde en niet-gepersonalisserde advertenties te tonen. Indien u geen toestemming geeft of deze intrekt, kan dit invloed hebben op bepaalde functies.
Klik hieronder om in te stemmen met het bovenstaande of om specifieke keuzes te maken. Uw keuzes zullen alleen worden toegepast op deze site. U kunt uw instellingen te allen tijde wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de knoppen op het Cookiebeleid of door te klikken op de knop 'Toestemming beheren' onderaan het scherm.