TNN - jaargang 121, nummer 5, oktober 2020
dr. T. Goedemans , dr. D. Verbaan , dr. B.A. Coert , dr. B. Kerklaan , dr. R. van den Berg , dr. J.M. Coutinho , dr. T. van Middelaar , dr. P.J. Nederkoorn , prof. dr. W.P. Vandertop , P. van den Munckhof
Voor het al dan niet uitvoeren van een decompressieve craniëctomie (DC) bij patiënten met een maligne infarct van de a. cerebri media (‘middle cerebral artery’: MCA), dienen volgens de nationale en internationale richtlijnen de factoren leeftijd (≤60 jaar) en timing (≤48 uur vanaf infarcering) beslissend te zijn. De richtlijnen zijn weliswaar gebaseerd op gerandomiseerde studies, maar deze includeerden weinig tot geen patiënten die ná 48 uur DC ondergingen. In dit artikel wordt de relatie van timing en functionele uitkomst na DC (geclassificeerd als ‘slecht’ bij een ‘Glascow outcome scale’-score 1–3) onderzocht aan de hand van een patiëntcohort en systematisch literatuuronderzoek. Zowel uit het patiëntcohort (66 patiënten) als uit de meta-analyse (1.574 patiënten) bleek dat DC na 48 uur vanaf infarctdiagnose niet geassocieerd is met een hoger risico op een slechte uitkomst. In tegenspraak met de huidige richtlijnen adviseren wij daarom om bij patiënten met een maligne MCA-infarct met inklemmingsverschijnselen die na 48 uur optreden toch een DC te overwegen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(5):207-12)
Lees verderTNN - jaargang 121, nummer 3, juni 2020
dr. G.C.W. de Ruiter , dr. C. Verhamme , prof. dr. J.H. Coert , dr. B.A. Coert
Neuropathie van de nervus ulnaris bij de elleboog komt frequent voor en kan in sommige gevallen leiden tot ernstige klachten. Dit artikel gaat in op zowel het klinisch beeld, de diagnostiek en conservatieve behandeling, alsook op de verschillende operatie-indicaties en technieken, waaronder primaire decompressie van de nervus ulnaris, subcutane en submusculaire transpositie. Ook de behandelingsmogelijkheden voor persisterende of recidiverende ulnaropathie na primaire chirurgische behandeling worden besproken. Ten slotte komt de klinische relevantie van verschillende anatomische varianten aan bod.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(3):105–10)
TNN - jaargang 120, nummer 2, april 2019
dr. mr. D.R. Buis , dr. L. Koers , dr. B.A. Coert , drs. M.B. Lequin
Doel van de behandeling van patiënten met ernstig traumatisch hersenletsel is het zoveel mogelijk voorkomen van secundaire schade. Late hypothermie leidde bij deze categorie patiënten niet tot een betere uitkomst.1 Minder diep en langer koelen, en langzaam opwarmen zijn wel geassocieerd met een betere uitkomst.2 Cooper et al. onderzochten in de ‘Prophylactic Hypothermia Trial to Lessen Traumatic Brain Injury – Randomized Clinical Trial’ (POLAR-RCT) of vroege profylactische hypothermie (33–35°C) gedurende langer dan 48 uur, en in combinatie met langzaam opwarmen (< 0,25°C/uur) leidt tot een betere neurologische uitkomst.3
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2019;120(2):78-9)
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om informatie over het apparaat op te slaan en/of te openen. Toestemming voor deze technologieën stelt ons en onze partners in staat om persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site te verwerken en om gepersonaliseerde en niet-gepersonalisserde advertenties te tonen. Indien u geen toestemming geeft of deze intrekt, kan dit invloed hebben op bepaalde functies.
Klik hieronder om in te stemmen met het bovenstaande of om specifieke keuzes te maken. Uw keuzes zullen alleen worden toegepast op deze site. U kunt uw instellingen te allen tijde wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de knoppen op het Cookiebeleid of door te klikken op de knop 'Toestemming beheren' onderaan het scherm.