Dit artikel is onderdeel van de Editor’s Pick april 2023, bestaande uit een selectie van klinisch relevante literatuur op het gebied van neurologie van de laatste jaren. Deze selectie is gemaakt door dr. Martijn Beenakker (neuroloog, Medisch Centrum Leeuwarden, en lid van de hoofdredactieraad van TNN). Bekijk hier de gehele selectie.
De huidige behandelstandaard voor Duchenne’s musculaire dystrofie is werkzaam maar heeft ook verschillende gezondheidsnadelen. Daarom is een alternatief gewenst voor deze patiëntengroep. In een nieuwe studie werd het anti-inflammatiemiddel vamorolone onderzocht. Hierbij werd significante effectiviteit aangetoond in het verbeteren van diverse motorische uitkomsten zoals de snelheid tot opstaan vanuit rugligging en snelheid van wandelen.
Duchenne’s musculaire dystrofie (DMD) is een X-chromosoom-gelinkte, recessieve neuromusculaire aandoening die voorkomt bij circa 1:3.600-9.300 nieuwgeboren jongens.1 Hoewel behandeling met orale corticosteroïden als prednison en deflazacort een remmend effect heeft op het verlies van mobiliteit, kan deze behandeling op de lange termijn resulteren in een lagere levenskwaliteit wegens onder meer groeibelemmering, gewichtstoename, osteoporose en bijnierinsufficiëntie.2 Mogelijk kan vamorolone een uitkomst bieden voor DMD-patiënten; dit geneesmiddel is een anti-inflammatiemiddel en de eerste in zijn klasse. Het bindt aan dezelfde receptoren als corticosteroïden maar toont een ander werkingsmechanisme. In een eerste open-label-studie met 48 jongens met DMD werden verbeteringen in motoruitkomsten gezien bij behandeling met vamorolone, die vergelijkbaar waren met uitkomsten met corticosteroïden.3
In een nieuwe gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo- en prednison-gecontroleerde studie werden mannelijke DMD-patiënten van 4-7 jaar oud behandeld met placebo, prednison (0,75 mg/kg/dag) of vamorolone (2 mg/kg/dag of 6 mg/kg/dag). Onderzocht werd of uitkomsten verbeterden bij behandeling met vamorolone ten opzichte van prednison of placebo, waarbij onder meer werd gekeken naar de tijd tot staan vanuit rugligging (TTSTAND, primair eindpunt), de wandelafstand in 6 minuten en de gemeten tijd voor het wandelen/rennen van 10 meter.
In totaal werden 133 jongens met DMD opgenomen in de studie (gemiddeld 5,4 jaar oud), waarvan 114 de 24-weekse behandelperiode afrondden. Tussen de aanvang van de studie en week 24 werd een significant grotere toename gezien bij behandeling met vamorolone 6 mg/kg en 2mg/kg ten opzichte van placebo wat betreft de snelheid van opstaan vanuit rugligging (zie Figuur 1).
Daarnaast werd tussen baseline en week 24 een significant grotere verbetering gezien in de 6-minuten wandeltest bij de groep die vamorolone 6 mg/kg of 2 mg/kg ontving ten opzichte van placebo. Tevens konden patiënten behandeld met vamorolone 6 mg/kg op week 24 significant sneller 10 meter bewandelen of rennen ten opzichte van DMD-patiënten die een placebo kregen tijdens de studieperiode.
Bij patiënten die werden behandeld met prednison werd een afname in het hoogtepercentiel gezien (-1,88), die juist toenam bij behandeling met 6 mg/kg/dag vamorolone (+3,86; p=0,02). Daarnaast werd er met prednison een afname gezien in ‘bone turnover makers’, die niet werd gezien met vamorolone. Wel werd in alle drie de behandelarmen een toename in bijnierinsufficiëntie gezien.
In deze gerandomiseerde studie werd gezien dat behandeling van Duchenne’s musculaire dystrofie met vamorolone effectief was bij jongens van 4-7 jaar, tijdens een behandelperiode van 24 weken. Hierbij werden verbeteringen in diverse motoruitkomsten gezien met vamorolone. Daarnaast werden enkele voordelen van het gebruik van vamorolone gezien boven prednison.
Referenties