PADOVA-studie: is prasinezumab mogelijk het eerste middel tegen de oorzaak van Parkinson?

mei 2022 Geneesmiddelen Willem van Altena

In Luxemburg gaat binnenkort de PADOVA-studie van start, een fase-II onderzoek waarbij de werkzaamheid en het bijwerkingenprofiel van intraveneus prasinezumab wordt onderzocht als behandeling voor patiënten met een vroeg stadium van de ziekte van Parkinson (Parkinson’s disease, PD). Prasinezumab richt zich op een eiwit waarvan vermoed wordt dat het een rol speelt bij het beschadigen van zenuwcellen.

De studie, die wordt gesponsord door farmaceut Roche, wordt geleid vanuit Luxemburg en vindt tevens plaats in centra in het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Italië, Polen, de Verenigde Staten, Canada, Oostenrijk en Frankrijk. In totaal zullen er 575 patiënten gerekruteerd worden.

Gedurende een periode van twee jaar zullen de studiedeelnemers naast hun reguliere PD-medicatie eenmaal per maand behandeld worden met intraveneus prasinezumab of placebo. De studie wordt gecoördineerd vanuit het Centre Hospitalier de Luxembourg, met ondersteuning van het Luxemburgse Transversal Translational Medicine (TTM) team en het LIH Clinical and Epidemiological Investigation Centre (CIEC).

De patiënten die in de PADOVA-studie geïncludeerd kunnen worden moeten tussen de 50 en 85 jaar oud zijn, met een bevestigde PD-diagnose van 6 maanden tot 3 jaar oud, en die minstens 6 maanden medicatie toegediend krijgen, waarvan 3 maanden in stabiele dosering.

Symptoombestrijding

Momenteel richt de behandeling van PD zich voornamelijk op het bestrijden van motorische symptomen die ontstaan door een gebrek aan dopamine. Deze behandelingen verliezen echter hun effectiviteit naarmate de ziekte verder voortschrijdt. Daarom vindt er veel onderzoek plaats naar behandelingen die de mogelijke oorzaak van PD kunnen aanpakken. Die kunnen de progressie van de ziekte mogelijk vertragen of zelfs stoppen, en wellicht zelfs terugdraaien.

Alfa-synucleïne

Veel zogeheten neuroprotectieve behandelingen zijn al onderzocht, maar tot dusver heeft geen enkel middel nog de gehoopte ziektemodificerende eigenschappen laten zien. Uit onderzoek gedurende de afgelopen 20 jaar is echter naar voren gekomen dat het eiwit alfa-synucleïne, dat van nature in de hersenen aanwezig is, een rol speelt in de neurodegeneratieve processen bij PD, en bijdraagt aan de blokkade van dopamine, die uiteindelijk leidt tot motorische achteruitgang. Het blijkt dat er gedurende de ontwikkeling van PD alfa-synucleïne verkeerd gevouwen raakt en samenklontert, met name in delen van de hersenen waar zenuwcellen prematuur verouderen. De alfa-synucleïne-klonten kunnen ook aangrenzende cellen bereiken en mogelijk bijdragen aan neurodegeneratieve processen in andere hersengedeelten.

Prasinezumab is ontwikkeld om een teveel aan alfa-synucleïne tegen te gaan en op die manier de progressie van PD af te remmen. Prasinezumab is een monoklonaal antilichaam dat specifiek ontworpen is om aaneengeklonterd alfa-synucleïne op te sporen en op te ruimen.

Twintig jaar

Hoofdonderzoeker van de PADOVA-studie is prof. Rejko Krüger, directeur Transversal Translational Medicine van het Luxembourg Institute of Health. “Al in 1998 ontdekten wij dat een mutatie in het alfa-synucleïne gen een van de oorzaken van PD is. Het is bijzonder om 20 jaar na de eerste identificatie van de rol van alfa-synucleïne bij PD aan de vooravond van een fase-II studie te staan waarin we dit eiwit met prasinezumab gericht bestrijden. Prasinezumab kan mogelijk de oorzaak van neurodegeneratie bij PD aanpakken, en zodoende de eerste ziektemodificerende behandeling voor PD betekenen. Dat biedt PD-patiënten meer dan alleen maar een behandeloptie. Dit zou hun leven kunnen veranderen.”

Meer informatie

Lees meer over de PADOVA-studie op Clinicaltrials.gov