Voedingspatroon met veel vezels kan risico op dementie op latere leeftijd met kwart verminderen

maart 2022 Beter Leven Willem van Altena

Een vezelrijk voedingspatroon, vooral met fermenteerbare (oplosbare) vezels, lijkt in verband gebracht te kunnen worden met een lager dementierisico. Dat is de uitkomst van een onderzoek door wetenschappers van de universiteit van Tsukuba in Japan. De onderzoekers lieten 3700 gezonde volwassenen van middelbare leeftijd vragenlijsten rond hun voeding invullen, en volgden hen tot maximaal 20 jaar. Het bleek dat degenen die de meeste vezels in hun dieet nuttigden ongeveer 25% minder kans hadden om op latere leeftijd dementie te ontwikkelen. De studie verscheen onlangs in vakblad Nutritional Neuroscience.

Hoofdonderzoeker prof. Kazumasa Yamagishi ziet in de studie het bewijs dat een dieet met veel voedingsvezels, en dan vooral fermenteerbare vezels, het dementierisico verlaagt. “Er is nog veel niet bekend over het ontstaan van dementie, en het gaat te ver om op basis van deze ene cohortstudie al te spreken van causaliteit tussen de consumptie van vezels en dementie. Maar onze studie kan mogelijk wel een stap zijn op weg naar het voorkomen van dementie.”

Brein-hersen interactie

Er is steeds meer belangstelling voor de brein-hersen interactie en de mogelijke rol ervan bij de ontwikkeling van dementie. Het centrale zenuwstelsel communiceert met het gastro-intestinale systeem en het darm microbioom beïnvloedt mogelijk de cognitieve functies, denken de auteurs. In muismodellen was al aangetoond dat een dieet dat veel oplosbare vezels bevat een remmend effect had op zenuwontstekingen.

De Japanse onderzoekers wilden weten of er een associatie aan te tonen is tussen een vezelrijk dieet en een lager dementierisico. Eerder hadden ze al een omgekeerde associatie aangetoond tussen het eten van bonen –rijk aan oplosbare vezels- en het risico op dementie. Voor de recente studie breidden de onderzoekers hun analyses uit naar de totale inname van voedingsvezels, zowel fermenteerbare als niet-fermenteerbare.

Effecten op cognitie

“Vezels komen voor in veel plantaardige voedingsmiddelen zoals granen, aardappelen, groente en fruit, en we weten dat ze een effect hebben op de darmflora. Recente studies laten zien dat bacteriën in de darmen mogelijk een rol spelen bij cognitieve functies, maar ook bij spijsverteringsziekten. Toch is er nooit onderzoek gedaan naar de relatie tussen de consumptie van voedingsvezels en de effecten op de cognitie bij een groot cohort uit de algemene populatie”, zegt Yamagishi.

Voor hun onderzoek maakten de wetenschappers gebruik van de cohortstudie Circulatory Risk in Communities Study (CIRCS). In totaal 3.739 deelnemers werden geselecteerd, variërend in leeftijd van 40 tot 64 jaar, vanaf het moment dat zij een vragenlijst omtrent hun dieet over 24 uur hadden ingevuld, en tussen 1985 en 1999 werden zij jaarlijks onderzocht. De studiedeelnemers werden gevolgd over gemiddeld 19,7 jaar tussen 1999 en 2020.

Omgekeerde associatie

Gedurende die jaren ontwikkelden 670 participanten ernstige dementie. Er bleek een duidelijke omgekeerde associatie zichtbaar te zijn tussen vezelinname en dementierisico. Ook na meewegen van andere factoren, zoals BMI, bloeddruk, gebruik van bloeddrukverlagers, cholesterol en cholesterolverlagende medicatie en diabetes bleef de omgekeerde associatie aanwezig, vooral bij mensen die veel oplosbare vezels consumeren.

Een mogelijke verklaring is volgens Yamagishi het feit dat met name oplosbare vezels de samenstelling van het darm microbioom beïnvloeden. Maar het darm microbioom kan ook neuroinflammaties veroorzaken, en die spelen een mogelijke rol bij het ontstaan van dementie. Daarnaast kan een vezelrijk dieet andere risicofactoren voor dementie verlagen, zoals overgewicht, bloeddruk, bloedsuiker en cholesterol. De studie bevat wel een aantal beperkingen; zo is er geen onderscheid tussen alzheimer en andere vormen van dementie. Daarnaast zijn de eetgewoonten vastgelegd aan de hand van een enkele vragenlijst over 24 uur, terwijl het heel goed denkbaar is dat het voedingspatroon van de participanten in 20 jaar tijd is veranderd. Ook is het zinvol om de omgekeerde associatie aan te tonen in andere populaties.

Wat zijn fermenteerbare vezels?

Voedingsvezels zijn er in twee vormen: fermenteerbaar en niet-fermenteerbaar. Ze worden ook wel ballaststoffen genoemd omdat ze geen nutriënten bevatten. De vezels worden niet door maagsappen afgebroken en bereiken de darmen onverteerd. Daar vormt een deel van de vezels een voedingsbron voor de miljarden bacteriën die samen het darm microbioom of de darmflora vormen. De bacteriën breken de vezels af door middel van fermentatie, en dat proces maakt nuttige stoffen vrij die door cellen in de darmwand opgenomen worden.

Fermenteerbare vezels komen vooral voor in:

  • Groenten
  • Peulvruchten
  • Fruit
  • Sommige graansoorten

De niet-fermenteerbare vezels hebben ook een nuttige rol. Zij trekken vocht aan en zorgen ervoor dat de ontlasting soepel blijft.

Niet-fermenteerbare vezels komen veel voor in:

  • Volkoren granen
  • Bonen
  • Koolsoorten (o.a. broccoli)
  • Wortelen

Referentie

Yamagishi K, Maruyama K, Ikeda A, et al. Dietary fiber intake and risk of incident disabling dementia: the Circulatory Risk in Communities Study. Nutr Neurosci. 2022 Feb 6:1-8. doi: 10.1080/1028415X.2022.2027592. Epub ahead of print. PMID: 35125070.