Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)

Ziektebeeld

Een beknelling van de middelste handzenuw in de pols wordt het carpaal tunnel syndroom genoemd. De zenuw (nervus medianus) loopt van de onderarm via de pols naar de hand. De carpale tunnel is de ruimte in de pols waar de zenuw doorheen loopt, aan de zijde van de handpalm.

Symptomen

Bij CTS hebben mensen vaak een tintelend, slapend en/of doof gevoel in de hand en de vingers. Soms kan er ook krachtsverlies in de hand optreden. Er kunnen ook pijnklachten in de hand zijn. De klachten zijn ’s nachts vaak erger. De klachten kunnen aan één of beide handen voorkomen.

De meest voorkomende klachten zijn:

  • tintelende vingers
  • krachtsverlies in de hand

Oorzaak

CTS is een veel voorkomende klacht. Vaak is er sprake van irritatie van de zenuw door overbelasting door bijvoorbeeld herhaalde bewegingen. Hierdoor kan de zenuw gaan zwellen in de carpale tunnel waardoor er beknelling plaatsvindt. Er is een verhoogd risico op CTS bij mensen met overgewicht, zwangeren, suikerziekte en andere stofwisselingsstoornissen. CTS komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen.

Diagnose

Doorgaans is het beschrijven van klachten voor een huisarts al voldoende om vast te stellen dat een patiënt CTS heeft. Bij twijfel zal de huisarts doorverwijzen naar een neuroloog. In een ziekenhuis kan een zenuwechografie en/of een EMG (spierzenuwonderzoek) worden uitgevoerd om de diagnose te ondersteunen.

Behandeling

  • Afwachten: bij lichte klachten kan ervoor gekozen worden om af te wachten. Bij 20-50% worden de klachten vanzelf minder. Er is een grote kans dat de klachten terugkomen.
  • Polsspalk: de polsspalk wordt ’s nachts en eventueel gedurende uitlokkende activiteiten gedragen. Bij 30-50% worden de klachten minder. Er is een grote kans dat de klachten terugkomen.
  • Een injectie in de pols: er wordt een injectie met onstekingsremmers (corticosteroïden) gegeven. Na de injectie kunt u uw hand gewoon gebruiken. Bij 50% van de patiënten verdwijnen de klachten. Er is een grote kans dat de klachten weer terugkomen. Er kan een tweede injectie worden overwogen. De klachten kunnen in de eerste paar dagen toenemen. Er is een zeer kleine kans op infectie of plaatselijke ontkleuring van de huid.
  • Operatie: Door een kleine chirurgische ingreep kan de druk op de zenuw worden weggenomen. Het wordt meestal onder lokale verdoving verricht. Er is meestal snel verbetering van de klachten. Het duurt meestal wel een paar weken voordat je de hand weer volledig kan gebruiken. 70-90% van de patiënten verbeteren de klachten. De kans dat de klachten terugkomen is ongeveer 5%. Er is een kleine kans op infectie, bloeding of beschadiging van een pees of zenuw.

De behandeling van het carpaal tunnel syndroom kan bestaan uit afwachten, dragen van een polsspalk, een injectie met medicijnen, of een operatie.

Een polsspalk moet elke nacht gedurende 6 weken worden gedragen en kan bij lichte klachten verbetering geven. Een injectie met ontstekingsremmende . Ontstekingsremmende medicatie kan de zwelling wegnemen, wat er indirect voor kan zorgen dat er een vermindering van de symptomen optreedt. Als deze behandeling niet tot het gewenste resultaat leidt, kan een cortison-injectie (een sterk ontstekingsremmend product) gegeven worden in de carpaal tunnel zelf.

Patiëntenvereniging

Ziektebeeld

Symptomen

Oorzaak

Diagnose

Behandeling

Aanvullende info