Alzheimer Nederland
Iemand met dementie heeft toenemende moeite met het geheugen waardoor er geleidelijk steeds meer problemen ontstaan in het dagelijks leven. De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie; ongeveer 70% procent van de mensen met dementie heeft dit type. Het is een zogenaamde degeneratieve hersenziekte, wat betekent dat de ziekte begint met lichte verschijnselen maar geleidelijk erger wordt naarmate de tijd verstrijkt. Hoe snel de ziekte achteruitgaat, is per persoon verschillend.
Het meest kenmerkend voor de ziekte van Alzheimer is vergeetachtigheid. De persoon zelf, of zijn of haar omgeving merkt dat het steeds moeilijker wordt om recente gebeurtenissen en nieuwe informatie te onthouden (het korte termijngeheugen) . In een later stadium van deze ziekte zullen er ook stoornissen in het lange termijngeheugen ontstaan. Daarnaast kunnen er spraak- en taalproblemen ontstaan, karakterveranderingen optreden en kan er sprake zijn van desoriëntatie. Het wordt daarom voor die persoon steeds moeilijker om de dagelijkse activiteiten te overzien, te plannen en sociale contacten te onderhouden. Mensen met de ziekte van Alzheimer worden hierdoor steeds meer afhankelijk van hulp van anderen.
De symptomen op een rij
Iedereen vergeet wel eens welke dag het is, of raakt in huis iets kwijt. Dit betekent niet gelijk dat er sprake is van een beginnende dementie. Maakt u zich zorgen over uzelf of een naaste, praat er dan over met uw huisarts.
Bij de ziekte van Alzheimer sterven er geleidelijk steeds meer cellen in de hersenen af. Dit komt door ophoping van eiwitten in de hersenen, verstoorde werking van de hersencellen zelf én verstoorde opruiming van afbraakproducten in de hersenen.
Samengevat gaat het om 4 processen:
Er wordt nog steeds veel onderzoek gedaan naar deze ziekte, waardoor we steeds meer te weten komen over deze processen.
Het vermoeden van Alzheimer begint vaak bij de patiënt zelf, of zijn directe omgeving, en is vaak gebaseerd op toenemende vergeetachtigheid en verandering in gedrag. Een arts zal zich in eerste instantie richten op de klachten, waarbij patiënt én naaste aan het woord komen. Daarbij bepaalt de arts hoe ernstig de klachten zijn en wat de gevolgen zijn voor het dagelijks leven. Ook gaat de arts na wat de oorzaak kan zijn.
Over het algemeen verloopt de analyse als volgt:
De diagnose wordt uiteindelijk gesteld op basis van een combinatie van klachten en uitkomsten van het aanvullend onderzoek.
Wanneer de diagnose Alzheimer is gesteld, volgt doorgaans een uitleg over de ziekte en een begeleidingsadvies. In dezelfde of een volgende afspraak wordt ook het behandelplan doorgenomen. Hierbij zijn twee dingen belangrijk: medicijnen én een zorgplan.
Medicijnen
De ziekte van Alzheimer is (nog) niet te genezen. Wel zijn er medicijnen die bepaalde klachten kunnen verminderen of de ziekte enigszins kunnen remmen. Het effect van deze medicatie is niet bij iedereen hetzelfde en de medicatie kan ook vervelende bijwerkingen geven. Sommige medicijnen kunnen alleen in een vroeg stadium van de ziekte worden voorgeschreven. Een goede voorlichting is dus belangrijk.
Zorgplan
De behandeling bestaat voornamelijk uit een goed begeleidingsplan, ook wel zorgplan genoemd. Dit zorgplan is er vooral op gericht om de patiënt en de naasten te ondersteunen. In dit plan gaat het bijvoorbeeld over aanschaf van hulpmiddelen thuis, dagbesteding of (psychologische) begeleiding van patiënt én naasten. Hierbij spelen ook de huisarts en een “casemanager dementie” of een dementieconsulent een grote rol.
De arts geeft veel informatie, waarvan veel kan worden nagelezen op de website van Alzheimer Nederland (www.alzheimer-nederland.nl).
Bronnen
Richtlijnen database, Federatie Medisch Specialisten
1 https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/omgaan-met-dementie
2 https://wijzijnmind.nl/psychipedia/dementie
https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/dementie/dementie_-_korte_beschrijving.html
http://thuisarts.nl/dementie