Vaste dosis tavapadon verbetert motorische symptomen bij vroege Parkinson

april 2025 AAN 2025 Max Teuwen

Een belangrijke onvervulde behoefte bij de ziekte van Parkinson (‘Parkinson’s disease’, PD) is de beschikbaarheid van een dopamine-agonist die motorische symptomen verbetert, terwijl het risico op specifieke bijwerkingen, die geassocieerd worden met de huidige D2/D3-receptorgerichte dopamine-agonisten, wordt verminderd. Tavapadon is een experimentele, orale, selectieve D1/D5-receptorgerichte dopamine-agonist die mogelijk de motorische symptomen bij mensen met PD kan verbeteren, terwijl bijwerkingen die in verband worden gebracht met de activering van D2/D3-receptoren mogelijk worden beperkt. Tijdens AAN 2025 presenteerde prof. Rajesh Pahwa (University of Kansas Medical Center, Kansas City, VS) de resultaten van de fase III-studie TEMPO-1, waarin de werkzaamheid en veiligheid van tavapadon in een vaste dosis als monotherapie werden onderzocht bij mensen met PD in een vroeg stadium.1

De werkzaamheid en veiligheid van tavapadon in een flexibele dosis zijn eerder onderzocht bij patiënten met PD in een vroeg stadium in verschillende fase II- en III-studies (in de TEMPO-2-studie als monotherapie en in  de TEMPO-3 als aanvullende therapie bij levodopa). Eenmaaldaagse toediening van tavapadon leidde tot een statistisch significante verbetering van de motorische symptomen en werd over het algemeen goed verdragen door mensen met PD in een vroeg stadium. In de fase III-studie TEMPO-1 werden de werkzaamheid en veiligheid van tavapadon in een vaste dosis onderzocht.

Studieopzet

TEMPO-1 is een dubbelblinde, placebogecontroleerde, gerandomiseerde fase III-studie waarin volwassenen met PD in een vroeg stadium, een leeftijd van 40 tot en met 80 jaar, een gemodificeerd Hoehn en Yahr-stadium van 1 of 2 en een ziekteduur van minder dan 3 jaar sinds de diagnose, werden gerandomiseerd (ratio 1:1:1) tussen eenmaaldaagse behandeling met tavapadon in een vaste dosis van 5 mg of tavapadon in een vaste dosis van 15 mg of placebo. De behandelduur bedroeg 27 weken in de drie groepen. De verandering ten opzichte van de start van de studie in de gecombineerde score van de onderdelen II en III van de ‘Movement Disorder Society-Unified Parkinson’s Disease Rating Scale’ (MDS-UPDRS) was de primaire uitkomstmaat. De score van onderdeel II van de MDS-UPDRS was een belangrijke secundaire uitkomstmaat. Daarnaast werd ook de veiligheid geëvalueerd.

Resultaten

In totaal werden 529 volwassenen met PD in een vroeg stadium (gemiddelde leeftijd: 63,7 jaar; 64,7% man) geïncludeerd in de studie: 177 deelnemers kregen tavapadon in een vaste dosis van 5 mg, 177 kregen tavapadon in een vaste dosis van 15 mg en 175 ontvingen placebo. De belangrijkste demografische gegevens van de deelnemers en ziektekenmerken bij aanvang van de studie waren evenwichtig verdeeld tussen de groepen. De gemiddelde MDS-UPDRS-scores bij aanvang van de studie van alle 529 deelnemers waren als volgt: onderdeel I: 5,0; onderdeel II: 7,4; onderdeel III: 24,4; onderdelen II + III gecombineerd: 31,8. De verandering op week 26 in de gecombineerde MDS-UPDRS-score van onderdelen II en III was significant verbeterd bij deelnemers behandeld met 5 mg (‘least square mean’ (LSM)-verschil [95%-BI]: -11,5 [-13,8, -9,2]) en 15 mg tavapadon (LSM-verschil [95%-BI]: -12,1 [-14,4, -9,8]) vergeleken met placebo. Beide doses van tavapadon vertoonden een statistisch significante verbetering in deze scores binnen 4 tot 8 weken behandeling. Dit behandeleffect was over het algemeen vergelijkbaar voor verschillende subgroepen. Daarnaast verlaagde tavapadon de MDS-UPDRS-score van onderdeel II op week 26 statistisch significant ten opzichte van placebo, zowel bij de dosis van 5 mg (LSM-verschil [95%-BI]: -2,5 [-3,3 tot -1,7]) als bij de dosis van 15 mg (LSM-verschil [95%-BI]: -2,6 [-3,4 tot -1,7]).

In totaal trad bij 142 deelnemers (80,2%), 139 deelnemers (78,5%) en 100 deelnemers (57,1%) een ongewenst voorval (‘adverse event’, AE) op tijdens de behandeling met respectievelijk 5 mg tavapadon, 15 mg tavapadon en placebo. Van deze AE’s werden respectievelijk 34, 90 en 99 beoordeeld als gerelateerd aan de behandeling. De meest voorkomende AE’s die tijdens de behandeling optraden waren misselijkheid, duizeligheid en hoofdpijn. Somnolentie, een AE van bijzondere interesse, kwam met een vergelijkbare incidentie voor in de tavapadongroepen en de placebogroep. Ernstige AE’s (‘serious adverse events’, SAE’s) traden op bij 4 deelnemers (2,3%) die een vaste dosis van 5 mg tavapadon ontvingen, bij 10 deelnemers (5,6%) die een vaste dosis van 15 mg tavapadon kregen en bij 11 deelnemers (6,3%) die placebo kregen. In totaal stopten 129 deelnemers met de studie: 43 deelnemers die behandeld werden met 5 mg tavapadon (waarvan 29 vanwege een AE), 59 deelnemers die 15 mg tavapadon ontvingen (waarvan 35 vanwege een AE) en 27 deelnemers die placebo kregen (waarvan 7 vanwege een AE).

Conclusie

Uit de fase III-studie TEMPO-1 is gebleken dat beide vaste doses van tavapadon (5 mg en 15 mg) als monotherapie leidden tot klinisch relevante verbeteringen in de motorfunctie ten opzichte van placebo bij mensen met PD in een vroeg stadium. Daarnaast werd een acceptabel veiligheidsprofiel waargenomen, in lijn met bevindingen uit eerdere tavapadonstudies (TEMPO-2 en TEMPO-3). Deze resultaten ondersteunen een mogelijk onderscheidend werkingsmechanisme van tavapadon ten opzichte van bestaande D2/D3-receptoragonisten, hoewel aanvullend onderzoek nodig is om dit verder te bevestigen. Een lopende ‘open-label’-extensiestudie naar het langdurig gebruik van tavapadon (TEMPO-4) zal verdere inzichten bieden.

Referentie
1. Pahwa R, et al. Efficacy and safety of fixed-dose tavapadon, an oral, once-daily, selective D1/D5 partial dopamine agonist for the treatment of early parkinson’s disease. Gepresenteerd tijdens AAN 2025; abstract LS1-0002.